Veel buitenplaatsen zijn verdwenen (in vet weergegeven) en worden hieronder nader toegelicht.
1.Cromwijck, 2. Gansenhouf, 3. Otterspoor, 4. Hoogeveght, 5. Spruytenburgh (Leeuwenburg), 6. Neerbeeck, 7. Sluysoort, 8. Geesbergen, 9. ’t Wapen van Maarsseveen, 10. Ottersbergh, 11. Blyendael, 12. Heremitagie, 13. Sluyswijck, 14. Daelwijck, 15. Veghthoven, 16. Den Overtoom, 17. Int Gras, 18. Oosterbos, 19. Schoonderbuert, 20. Peerlenburgh, 21. Leuwenhoff, 22. Bleyenbergh, 23. Vierhoeven, 24. Swanenhoft, 25. Swanenburgh, 26. Petershagen, 27. Diependael, 28. Marienhoff, 29. Annen Hoff, 30. Den Oever (Vechtoever), 31. Endelhoef, 32. Cruydenburgh, 33. Silversteyn, 34. Goudesteyn, 35. Elsenburgh, 36.Doornenburgh, 37. Somerbergen. 38. Veghtleven, 39. Raathoven, 40. ’t Dorp van Maerssen
OTTERSPOOR (3)
Het buiten Otterspoor was gelegen aan de Vecht richting Breukelen ter hoogte van Zandpad 27. Het is gebouwd in 1643 in de stijl van een boerenhofstede en pas veel later omgebouwd tot een echte buitenplaats. De tuinen waren in Franse stijl aangelegd. Het verval treedt in na 1850. De tuinen worden aangekocht door Edward Huydecoper van Nigtevecht, bewoner van Gansenhoef., In de periode 1866-1870 wordt het huis afgebroken. Otterspoor is afgebeeld in De Zegepralende Vecht uit 1719.
Veel toegangshekken van verdwenen buitenplaatsen zijn verplaatst naar andere locaties, maar het inrijhek van Otterspoor is op de oorspronkelijke plaats behouden gebleven. Het hek blinkt uit in de zuivere verhouding van het geheel en heeft een prachtige gedetailleerde afwerking. Gezien de stijl moet het hek rond 1725 geplaatst zijn. In De Zegepralende Vecht is het hek niet afgebeeld.
Enkele eigenaren en bewoners
1712 Jan en Pieter van Wieringen erven elk de helft van de hofstede Otterspoor uit de nalatenschap van Mattheus van Wieringen. Zij verkopen de hofstede aan Jacob van Lennep voor F 8500,00. Van Lennep overlijdt in 1741.
1814 Eigenaar wordt Abraham Capadose van Jacob
1851-1857 De eigenaar is Jacob Nicolaas Bastert; gehuwd met Maria Sophia Frederika Koorders.
1854 Op Otterspoor wordt Nicolaas Bastert geboren. Het gezin verhuist in 1857 naar Cromwijck. Nicolaas huwt later Eva Versteegh.
HOOGEVEGT (4)
Aan het Zandpad richting Breukelen tussen Geesbergen en het voormalige Otterspoor lag het buiten Hoogevegt. De oudste vermelding dateert van 1660 en de laatste van ongeveer 1830.
Rond die tijd is het pand gesloopt. Het fraaie toegangshek is bewaard gebleven, al zijn de historici het er nog niet over eens of het hek oorspronkelijk toegang verleende tot Hoogevegt of tot Otterspoor…?
Tot in het begin van de achttiende eeuw lag rondom Hoogevegt een schoolvoorbeeld van een prachtige Frans classicistische tuin. Deze tuin werd in de tweede helft van de achttiende eeuw volgens de heersende mode omgebouwd tot een Engelse landschapstuin.
NEERBEECK (6)
Volgens een kaart uit 1690 lag het huis Neerbeeck in het gebied achter Geesbergen, langs de huidige Machinekade aan de noordkant. Het is in 1657 gebouwd door Huydecoper. Het buiten Sluysoort lag er dicht in de buurt.
Neerbeeck moet ongeveer even groot geweest zijn als Geesbergen. Dit veronderstellen we door verkoopprijzen uit die periode met elkaar te vergelijken. In een notariële akte uit 1840 wordt het huis als volgt beschreven: …eene Heerenhofstede of Buitenplaats thans genaamd Vreedelust, vroeger Neerbeek, bestaande in ene Heerenhuizinge, stalling en koetshuis, druivenkast, koepel en aanlegsteiger aan de Vecht.
In 1841 wordt het huis bewoond door J.H.G. Kenkel. Deze koopt in 1841 het ernaast gelegen Sluysoort, dat dan alleen nog uit een schuurtje bestaat. Deze rooms-katholieke familie Kenkel woont er tot 1860. Het gezin bestaat uit vader, moeder en een zoon en daarbij twee dienstboden en twee tuinlieden. Vader was koopman in ruste. In 1862 wordt Neerbeeck samen met Sluysoord gekocht door Mr. Donker Curtius, advocaat, toen hij in dat jaar tijdelijk op zijn buitenplaats Leeuwenburg verbleef. Hij laat zowel Neerbeek als Sluysoort afbreken.
Eigenaren en bewoners
1659 Joan Huydecoper
1659 Verkocht aan Catharina Colijn; gehuwd met Everard de Lockker
1677 – 1680 Verkocht aan Arnoldus Bijlevelt
1680 – 1682 Verkocht aan Johannes Erasmus Blom, predikant
1682 Verkocht aan Johan van Halmael. Deze overlijdt in 1725. Zijn erven blijven eigenaar tot 1742
1742 Verkocht aan Jacob en David Franco Mendes
1767 Vererft aan zoon Isaac, die ook eigenaar was van Blijendael
1788 Leegstaand
1795 Bewoner Jacob Franco Mendes
1802 Zoon van Jacob erft het huis en verkoopt het aan Abraham Joseph Capadose
1805 Gekocht door Mr. J.C. Delbeek
1821 Verkocht aan Johanna van Kerchem
1841 Verkocht aan J.H.G. Kenkel
1862 Verkocht aan Mr. Donker Curtius
SLUYSOORT (7)
(uitsnede uit de kaart van 1690)
Sluysoort (Sluijsoort)
In het gebied achter Geesberge was het buiten Sluysoort gelegen, ter linkerzijde van de huidige Machinekade waar nu Villa nr. 5 staat. Een eerder huis op die locatie was eigendom van Daniel d’Ablaing. Hij was gehuwd met Geertruid Huydecoper. Het huis werd in 1672 door de Fransen verwoest en in 1690 herbouwd. In 1772 werd het afgebroken en vervangen door een kleiner huis. In 1841 resteert er niet meer dan een schuurtje en in 1860 wordt het samen met Neerbeek gekocht door Mr. Donker Curtius, advocaat, toen hij in dat jaar tijdelijk op zijn buitenplaats Leeuwenburg verbleef. Waarschijnlijk zijn niet lang daarna de laatste restanten van Sluysoord verdwenen.
Eigenaren en bewoners
1649-1721 Eigendom van Joan Huydecoper en nazaten
1721 Verkocht aan Simon Calmberg
1726 Verkocht aan Jacob Karsseboom voor f 3000,00
1728 Verkocht aan Alida Jacoba Laurier, weduwe van Simon Calmberg
1728 Verkocht aan Anthony van Amerongen, schout van Oud en Nieuw Maarsseveen en Neerdijk. Na zijn overlijden wordt de nieuwe eigenaar Ferdinand Godfried van Visschering baron van Nevelhorst.
1762 Verkocht aan Christoffel Michels, emeritus Luthers predikant
1765 Geertruty van Velsen, weduwe van schout Jacob Leertouwer
1772 Afgebroken
1778 Herbouwd maar leegstaand
1841 – 1860 Eigendom van J.G.H. Kenkel, toen nog eigenaar van Neerbeek
ca.1850 Gijsbertus van Rijn (huurder)
1860 Mr. Donker Curtius
't WAPEN VAN MAERSSEVEEN (9)
Het huis met de officiële naam ’t Wapen van Maersseveen was een door Joan Huydecoper gebouwde herberg met het wapen als uithangbord aan de gevel; in dat wapen een groot zwart varken. De herberg kreeg dus de naam Het Swarte Varken. Het was gesitueerd op de zuidpunt van het terrein van Geesbergen, op de hoek van het huidige Zandpad en de Machinekade. De herberg fungeerde al in 1660 ook als rechthuis van Nieuw-Maarsseveen. Omstreeks 1760 ‘verhuist’ die officiële status naar de Kaatsbaan, op de hoek waar nu het pand van De Graaff staat. Het pand is in 1696 vermeld op een kaart.
In 1694 koopt Hendrik Czn Hoog de herberg van Joan Huydecoper en in 1722 staat als eigenaar Willem Heems genoteerd.
Het echtpaar Isaac Daveiga Henriques en Ribca Ximones is eigenaar tot 1762. Isaac overlijdt en in 1762 erft zijn zoon Samuel het huis. Hij is gehuwd met Sara Capadoce.
De erven van Samuel taxeren huis en tuin voor 1/7 deel op F 150,00. Maria Dollemans, weduwe van Jan Zeldenrijk, neemt een plecht (lening) op de helft van haar ‘huizinge’ a F 3000,00 plus 1/3 van 3 morgen land.
In 1785 wordt de kastelein van de herberg De Witte Zwaan de eigenaar en tien jaar later in 1795 wordt de weduwe van Eschler Pieternelle Reijnders eigenaresse. In 1809 wordt de herberg verkocht aan Coenraad Schalkwijk.
Na het opheffen van de ‘ambachtsheerlijkheid Maarsseveen’ wordt het huis in 1815 gesloopt en herbouwd als logement. Rond 1825 is de weduwe Ellenbroek eigenaresse en tapster.
In 1839 wordt het huis woonhuis en krijgt het de naam Nooit Gedacht.
Tot 1849 is het echtpaar Guatherus Petrus Huydecoper – Andewijntje Roos eigenaar en in 1863 majoor der infanterie Stoltenhof.
In 1872 wordt de naam Gerarda’s Hof en in 1905 heet het Buitenlust.
OTTERSBERGH (10)
OTTERSBERG (ook Otterenburg of Otterenbergh)
Rond 1660 was dit huis was gelegen achteraan de Machinekade ter hoogte van het joodse kerkhof. Het is linksboven op de kaart vermeld, maar er zijn verder geen gegevens over bekend.
BLIJENDAEL (11)
Blyendaal (links boven van de kaart)
Blyendael was rond 1660 ook gelegen in het gebied achteraan de huidige Machinekade. De weg ernaartoe heette gedurende een bepaalde periode dan ook de Laan naar Bleijendael. De weg was eigendom van Huydecoper. Het huis was vermoedelijk een boerenhoeve die behoorde bij het huis Neerbeek.
In 1672 is het huis door de Franse bezetters verbrand, maar later weer herbouwd.
Eigenaren en bewoners
1722 Dirk Frederixse; gehuwd met Rebecca Schoneman
1743 Gekocht door Jacob Franco Mendes; bewoond door Jan van Papeledam
1748 Aangekocht door David Franco Mendes Isaaqsz. Bewoner is de heer Kuyk die het pacht voor 6 jaar voor f 120,00 per jaar.
1776 Vererft aan zoon Isaac. Deze bezat ook Neerbeek
1803 Transport aan Abraham de Joseph Capadose. Bewoner is Gerrit Boslander
1821 Verkocht aan Cornelis Johannes van Kerchem, die ook Neerbeek kocht.
1842 In een acte wordt genoemd: huis van steen;houten achterhuis en hooiberg. De bewoners zijn dan Herman van Rijn en Johannes van Leersum (gehuwd met C, Vendrig) en J. van Eden.
1855 Rond dat jaar bewoond door Ernestus van Ginkel, de familie Van der Broek, de weduwe Oostveen en Petrus Bernaards (gehuwd met Petronella Buys)
1916 De bewoner is rond die tijd Dirk Koning
Blyendael zie nummer 11
HERMITAGE (12)
Heremitagie
Het huis Heremitagie (ook Hermitage) is vermeld op een kaart uit 1660 op de plek van het huidige Machinekade 18.
In 1706 transporteert Joan Huydecoper het huis aan Pieter Jansz. Sluys en in 1724 wordt Pieter van Voornevelt de nieuwe eigenaar. De naam wordt dan gewijzigd in Het Fortuyn.
In 1754 is het bewoond door het echtpaar Jacob van de Witte en Ariaantje van Rossum. In 1775 wordt een vierde deel het huis getaxeerd op F 75,00.
Een nieuwe eigenaar Aie van der Geer transporteert het pand aan Abraham van Nes die het in 1779 weer doorverkoopt aan Pieter van Bork.
Rond 1850 is de hoofdbewoner tuinman Johan Frederik Bekker, gehuwd met Grietje de Jager. In de periode daarna zijn nog 16 bewonders bekend. Het zijn onder andere Jan Bolander, het echtpaar Jacobus Huussen-T. de Jager en het echtpaar S. Oostwaard – H. Timmerman.
SLUYSWIJCK (13)
Sluyswyck
Op een kaart uit 1660 is dit huis vermeld. Het lag rechts naast Geesbergen. In 1672 wordt het huis door de Fransen verwoest, maar later herbouwd. De eigenaar was toen de heer Schaap, een neef van Huydecoper.
In 1721 wordt Willem van der Berg eigenaar en laat het in 1732 na aan zijn weduwe. In 1724 wordt de eigenaar Capitein Hugo Schaap en staat het kadastraal bekend onder nummer 206 en heeft een grootte van 238,5 roedes.
In 1763 transporteert de toenmalige eigenaar Abraham Senator het huis aan Jeudah de Jacob de Prado. De naam van het huis wordt dan Schoonderzicht.
De erfpacht van F 18,00 van de boedel van Balthasar Huydecoper wordt in 1779 overgedragen naar de boedel van Jeudah de Jacob de Prado.
Rond 1788 staat het huis leeg.
Bekend is dat in 1795 Hendrik Schuilenburg de tuinmansbaas is.
Een nieuwe eigenaar, Massahod de la Mar transporteert het huis naar Justus Jacobus van der Meulen. Het huis wordt rond 1816 afgebroken.
DAALWIJCK (14)
Het huis Daelwijck is in 1652 gebouwd en het was gesitueerd aan het begin van de Zandweg/einde Diependaalsedijk, ongeveer op de plek waar onze eerste voorzitter Dick Dekker heeft gewoond.
In 1673 is een van de eerste eigenaren Salomon de la Voije (ook wel geschreven als Lavoij).
Adriaan Pot bewoont het huis in 1721 en laat het in 1722 na aan zijn weduwe, waarna tot 1724 haar erven het huis in eigendom hebben.
In dat jaar 1724 is er transport van het pand naar de weduwe van Henk Visser. Bij het ‘Oud Schildgeld’ wordt Adriaan van Poth nog als eigenaar genoemd. Zijn erfgenamen wonen dan op Petershagen.
In 1782 transporteert de toenmalige eigenaar D. Pinedo da Silvo het huis naar Abraham van Isaac Mercado.
Rond 1788 staat het huis leeg en in 1812 wordt Jan Bolle Smits als tuinman genoemd.
Ook in 1814 is er sprake van leegstand en wel zodanig dat het in 1816 wordt afgebroken.
VEGTHOVEN (15)
Vegthoven wordt op de kaart van circa. 1660 op kaart aangegeven, liggend tussen Vecht en Diependaalsedijk, waar nu het weiland ligt dat bij Vechtoever hoort.
In 1672 is het door de Fransen verbrand. De toenmalige eigenaresse was Jannetje Diricks.
In 1675 is het herbouwd en door Joan Huydecoper en verkocht aan Isaac Walijns.
Van 1721 tot in 1723 is Lambert van Etten eigenaar. Hij verkoopt het in 1724 aan Pieter Oosthuijzen. De grootte van het perceel is dan 150 roeden.
Tot 1778 is Christina van Hogst eigenaresse.Zij is de weduwe van Annanias Willink. Na haar overlijden taxeert men het huis en de grond op F 3000,00,
De nieuwe eigenaar wordt Jan Annaniaszoon Willink, die in 1785 het huis doorverkoopt aan Anna Maria Cliffort.
In 1789 is er een nieuwe taxatie, deze is nu F 5000,00.
In 1810 wordt de Familie Bronkhorst eigenaar.
Het huis wordt gesloopt in 1830
DEN OVERTOOM (16)
Dit pand lag tegenover Vegthoven en wordt eveneens op een kaart van 1660 aangegeven (nummer 16 op de tekening).
In 1724 wordt de eerste vermeldingen gevonden, er wordt namelijk een perceel grond beschreven behorende bij Den Overtoom, eigenaar Jacob Hiskia Machados, en gelegen links van de Noorder Eijkenlaan (is nu Donkere Laan) en genaamd de Hoogeboomskamp.
In 1731 is de Den Overtoom een herberg met Cornelis van de Wetering als herbergier. Deze verhuurt 200 roe land ten zuiden van de Overtoom aan Isaac Alvarez.
Rond 1750 is Jan van den Wanden pachter van de grond behorende bij Den Overtoom en dat gelegen is tussen de Donkerelaan en de Molenvliet. Hij is boer en voerman.
In 1788 laten de erven van Margarethe van Someren het huis en de grond taxeren op F 4000,00
Van 1733 tot in 1823 is Mozes Ximenes de eigenaar. Er is een aantal huurders: Rijk Massop (1794), Hendrik Oostrom (1798, Henrices van Rheenen (1801), waarschijnlijk in een apart huisje op het terrein),
In 1830 is het huis gesloopt.
OOSTERBOS (L)
SCHOONDERBUERT (19)
In 1660 wordt de ligging van dit buiten al vermeld aan de huidige Driehoekslaan net ten noorden van de Kortelaan
De eerste eigenaar Joan Huydecoper verkoopt het huis aan Nicolaas van Rooyen.
In 1723 en 1724 staat het huis als ‘ledigh’ vermeld, maar eind 1724 koopt Jan Meijn het pand.
Deze verkoopt het in 1725 aan Samuel Abrabanel de Soura; gehuwd met Judith de Machado.
Hij verhuurt het aan Isaacq Alvares uit Amsterdam.
In 1735 verkoop zijn weduwe Judith het huis aan Gillis Swigtenheuvel jr.
Ene Jan Rowald wordt in 1748 genoemd als tuinman.
De weduwe van Gillis Swigtenheuvel, Veronica Lamberty, laat het huis taxeren op F 2400,00
De laatst gevonden koopacte vermeldt de verkoop door de weduwe van Christoffel Boormeester aan Paulus van Gelijn.
PEERLENBURGH (20)
PEERLENBURGH nummer 20 op de tekening
De buitenplaats Peerlenburgh heeft in het Lanenkwartier gestaan aan het tweede deel van de Klokjeslaan in Maarssen, ongeveer op de plek waar nu de straat Peerlenburgh gesitueerd is (zie kaart). Het huis is gebouwd tussen 1629 en 1660. Op een kaart uit 1629 wordt de plek al aangegeven, terwijl op een kaart uit 1660 ook bebouwing op die plek is te zien. Van 1674 tot 1690 wordt het huis bewoond door de schilder Antoni Waterloo maar wordt geen eigenaar genoemd.In 1723 is de eigenaar Jasper van Eeten, die het huis in 1725 verhuurt aan Isaacq de Salomon Abrabanel Soura. In 1734 is het verkocht aan Isaacq Alvarez. Het is verrmoedelijk verdwenen tussen 1810 en 1840, omdat in die periode de helft van alle buitenplaatsen rond de Vecht door de economische malaise werden afgebroken.
In een tekst gedateerd op 11-6-1770 wordt beschreven dat er vijf daghuurderswoningen op Peerlenburgh geheel bouwvallig, onbewoonbaar en deels ingestort te zijn. Nicolaas van Eeten moet binnen 14 dagen deze huisjes weer bewoonbaar maken, maar we lezen ook dat in 1771 deze Nicolaas vijf nieuwgebouwde daghuurderswoningen laat keuren. Deze worden goed bevonden, ondanks enkele gebreken. Deze huisjes waren waarschijnlijk gelegen aan de Driehoekslaan. In 1782 vindt er een taxatie plaats door de executeurs van de boedel van Nicolaas van Eeten van zes(!) huisjes op Peerlenburgh op een kavel met een grootte van 1 morgen voor een bedrag van F 2400,00.
LEEWENHOF (21)
Op de hoek van de huidige Driehoekslaan/Klokjeslaan stond tot 1972 een huis op de plek waar waarschijnlijk een van de bijgebouwen van Leewenhoff heeft gestaan. Daarachter was volgens een kaart uit 1690 het huis Leewenhoff gesitueerd.
BLIJENBERGH (22)
Blijenberg (Blijenburgh) nummer 22 op de tekening
In 1660 koopt Nicolaas Bleijenbergh 2 morgen grond aan de Diependaalsedijk van Joan Huydecoper. In 1665 wordt het huis Blijenbergh vermeld gesitueerd aan de huidige Driehoekslaan.
In 1672 is het verbrand door de Fransen, maar weer herbouwd.
In 1724 bezit Adriaan Parra het huis en in 1743 wordt Servaas van der Linden (gehuwd met Stijntje Brands) als eigenaar vermeld.
In 1747 wordt Jacob Swaan, tuinman, in 1741 gehuwd met Aaltje Bronkhorst, eigenaar. Hij was meerdere malen schepen van Nieuw Maarsseveen en hield twee kostgangers: Jan de Kok en Jacob Bartholomeus. In 1764 neemt hij een plecht (lening) van F 200,00 op de hofstede bij Jonker Anthonij Martinus van Zuilen van Nijvelt en in 1767 nogmaals een plecht van F950,00 bij Adrianus van Someren.
Willem Swaan verkoopt huis en erf in 1785 aan Hendrik van Hulst.
Pas in 1955 is dit huis afgebroken.
VIERHOEVEN (23)
Vierhoeven nummer 23 op de tekening
Vierhoeven, ook wel Vierhoven genoemd, was gelegen aan de Driehoekslaan ongeveer waar de speeltuin nu ligt. Reeds in 1647 wordt het huis genoemd in een testament van joffer Steenbergen Bondain. Het is door Huydecoper verkocht aan Dirk Holmans.
In 1724 wordt Johan Meijn eigenaar en in 1746 Jacob Bolten Jaspersz. Deze overlijdt in 1755 waarna zijn vrouw Alida Meijn eigenaresse wordt van Vierhoeven.
In 1774 vindt een overdracht plaats van Maria Everdina Bolten (weduwe van Matthijs van Son) aan professor meester Petrus, die het huis in 1778 verkoopt aan Jonkheer Dirk Boldenrijn Hiddo baron van Gansnel genaamd Tengnagel. In 1780 verkoopt deze het door aan C.Schade Klump, die in 1785 een plecht (lening) sluit van F 1500,00 bij Engelina van Vianen, weduwe van Jan Koning
Het laatst gevonden jaartal betreffende Vierhoeven is 1792 als David Abraham Teixera uit Amsterdam het huis koopt.
SWANENHOF (24)
Swanenhoff nummer 24 op de tekening
SWANENBURGH (25)
Swanenburgh
Op een kaart uit 1660 is bebouwing te zien op de plek van het kruispunt Klokjeslaan-Plesmanlaan-Driehoekslaan. De kaart is te zien in het museum in Maarssen. Het was de kleinere buitenplaats Swanenburgh. Tot 1650 was het gebied ten oosten van de Diependaalsedijk tot aan de Zogwetering dun bevolkt en sterk verkaveld voor agrarische doeleinden. De buitenplaats zal dus met name een agrarische rol gespeeld hebben. Rond die tijd is dit Swanenburgh eigendom van Joan Huydecoper, eigenaar van Goudestein en Heer van Maarsseveen. De twee gebieden Goudestein en Diependael kregen in die tijd de naam Nieuw-Maarseveen.
In 1652 verkoopt hij Swanenburgh aan Juliaan Lanson. In 1788 blijkt het huis leeg te staan. Waarschijnlijk is het in het begin van de 19e eeuw afgebroken. Van deze oorspronkelijke bebouwing is niets meer terug te vinden. De boerderij Zwanenburg die tot 2017 op die plek heeft gestaan, is gebouwd in …. en is lange tijd bewoond geweest door de familie Versteeg die er fruit teelde.
Meer informatie:
- van Bemmel en A. de Zwart. De geschiedenis van het Huys op Diependael. Periodiek van de Historische Kring Maarssen. Vijf artikelen: no. 2, 31e jaargang (mei 2004) tot no. 2, 32e jaargang (mei 2005).
PETERSHAGE(N) (26)
Petershagen F op de kaart uit 1660
Dit huis was Gelegen aan de Kortelaan, ongeveer halverwege tussen de Diependaalsedijk en de Driehoekslaan. Waarschijnlijk is een deel van dit huis nog aanwezig ergens in de huidige bebouwing.
Joan Huydecoper koopt het huis in 1653 en verkoopt het in 1655. Wanneer het leeg komt te staan, koopt hij het weer terug om het dan in 1681 door te verkopen aan Otto Barendse Smient. Andere eigenaren waren onder andere Heer Adriaan van der Poth (1701), zijn weduwe Juffrouw van der Heyden en daarna haar erven tot 1746. De laatste gevonden melding over bewoning van het huis betreft de weduwe Alida Meijn, rentenierster, met twee kinderen.
DIEPENDAEL (27)
Diependael nr.27 op de tekening
ANNENHOF (29)
Annenhof
Het buitenhuis is gebouwd 1655 in een hoekje van de tuin van Marienhof aan de Diependaalsedijk. Eerst was het huis genaamd Jacobahof. Jacoba was een dochter van Joan Huydecoper, bouwer en eerste eigenaar. In 1660 wordt het op de kaart van Julius Mulhuijsen vermeld. Het is gebouwd in de stijl van het zogenaamde ‘stadshuis-buiten’ uit het midden van de zeventiende eeuw. Later is het waarschijnlijk geheel verbouwd
Als Pieter Brughman en zijn vrouw Anna Schaepmans (Chapman) in 1655 eigenaar worden, noemen zij het huis Annenhof. Tot 1705 blijft het door overerving in die familie.
In 1737 is het gekocht door Jacob Bicker Raye en in 1757 wordt het eigendom van mr. Jan Boudain van Schellach (aldaar overleden in 1768). In 1787 koopt Jean Fizeaux het huis. Hij was al sinds 1783 eigenaar van Marienhof en in 1796 verkoopt hij beide huizen aan Anthonius Hendricus Mahne. Annenhof wordt het tuinmanshuis. Na 1830 komt het huis niet meer voor op kadastrale kaarten.
ENDELHOEFF (31)
Endelhoeff (Endelhoven) nummer 31 op de tekening
Tussen Bruynenburgh/Cruydenburgh en de Diependaalsedijk lag het huis Endelhoeff, na 1737 Endelhoven genoemd. Beide huizen zijn gebouwd door Huydecoper in de periode 1629 tot 1647.
In oktober 1646 kocht ene Del Sotto de hofstede Endelhoeff en kreeg van Huydecoper de opdracht een nieuw huis te bouwen. Voldaan aan deze afspraak ontving Del Sotto meer dan de helft van de aankoopprijs terug. In 1659 werd Endelhoven verkocht door Huydecoper/Del Sotto aan Christoffel Poock, herbergier te Amsterdam.
Niet lang daarna blijkt uit een ongedateerde akte dat het huis toe zou vallen aan de kinderen van juffrouw Agneta van Uffelen, weduwe van Jacob Vlak. Tot 1736 kende het huis diverse bewoners en eigenaren.
In februari van dat jaar kwam het in bezit van Jan Frederik Teekman, heer van ’t Hoogland.
Hij was ook de eigenaar van Bruynenburgh en had nu dus beide panden in bezit.
Toen Maria Dommer in 1835 beide panden kocht, was Bruynenburgh niet meer dan een paardenstalling. Maria Dommer maakte van Endelhoven een verpleegtehuis voor oude dames en later werd het een pensionaat en een school voor meisjes. Later vermaakte zij het huis aan de Katholieke Kerk van Maarssen.
In 1883 worden delen van de bebouwingen op het terrein afgebroken en wordt Cruydenborgh-Bruynenburgh/Endelhoven weer een woonhuis. Vanaf 1967 wordt de gemeente Maarssen eigenaar en raakt het pand ernstig in verval. In 1977 stort het pand in en worden de resten verwijderd.
De Werkgroep Archeologie van de Historische Kring Maarssen heeft in 1997 opgravingen verricht op het terrein en daar boeiende vondsten gedaan.
BRUYNENBURGH / CRUYDENBURGH (32)
Bruynenburgh nummer 32 op de tekening.
Zeer dicht bij Goudestein lag een hofstede met de naam Cruydenbergh of Cruydenborgh, gebouwd in de periode tussen 1630 en 1647. Het huis werd gehuurd van Huydecoper door de heer Cruydenier, vandaar de naam. Later kreeg Cruydenier de hofstede in bezit en liet het na zijn dood na aan zijn zoon Gideon op 19 september 1655. Tot 1664 was deze de eigenaar tot hij het in 1664 verkocht aan Anna Jans, de weduwe van Jakob de Bruyn. Zij noemde het huis Bruynenburgh en verkocht het in 1669 aan Hendrik Haacx. Het huis is lang in bezit geweest van deze familie.
Door een erfpachtbrief over een boomgaard werd duidelijk dat pas in 1735 sprake was van een nieuwe eigenaar, Jan Frederik Teekman, heer van ’t Hoogland. Deze werd/was ook eigenaar van Endelhoeff/Endelhoven en de huizen kennen vanaf het begin van de negentiende eeuw een gezamenlijke geschiedenis.
ELSENBURGH (35)
SOMERBERGEN (37)
Somerbergen nummer 37 op de tekening
Dit huis is van 1773 tot 1780 genaamd ‘Moins et Content’.
Het was gelegen aan de Vecht ter hoogte van de huidige ingang van Doornburgh.
Het is vermeld op de kaart van 1660, maar pas in 1687 is de eerste eigenaar beschreven, namelijk Philip Rutgers, die wordt opgevolgd opgevolgd door veel Portugees Joodse eigenaren, waaronder Abendana Osorio, Nunes da Costa en Capadose. Deze bezitten het huis van 1701 tot 1773.
Hierna wordt tot 1780 Maria Johanna Bicker Hop de eigenaresse. Zij verkoopt het huis aan Jan de Wit. Deze was ook eigenaar van Elsenburgh.
In 1810 wordt Somerbergen afgebroken en komt de grond bij Elsenburg
VECHTLEVEN (38)
Vechtleven was gesitueerd op de plaats waar nu het klooster Doornburgh is gebouwd, tegenover Bolenstein..
Vechtleven nummer 38 op de tekening.
Net als bij vele huizen in de regio valt op dat de eigenaren/bewoners heel vaak van Portugees/Israëlitisch Joodse afkomst zijn, zeker vanaf 1724 tot circa 1830.
In 1721 is Willem Hodschon eigenaar van Vechtleven, die het in 1722 verkoopt aan Pieter Theodorus van Hassele. Deze verkoopt het in 1724 aan Diego Ximenes. Dan volgen als eigenaren/bewoners Jacob Nuenes Henriques, David Hisquia Pereira, Samuel Ximenes Pereira, Rachel de Pinto, Isaac van Abraham de Pinto, Sara Pareira, Sara Levy Ximenes weduwe van Jacob de Joseph Teixera de Mattos en Isaac Senator.
In 1832 wordt het huis gesloopt.