Fiets- en wandelroutes

Fiets- en wandelgids Daalsedijk

‘Den Daalschen Dijck’ was de 1000 jaar oude route van Utrecht, langs de Vecht naar Amsterdam. Deze gids beschrijft het routedeel dat loopt over het grondgebied van de voormalige gemeente Maarssen. Eerder publiceerde de gemeente Utrecht een soortgelijk boekje met het deel van de route lopend over het grondgebied van de gemeente Utrecht. Met behulp van deze boekjes kan de wandelaar of fietser de route volgen vanaf het Smakkelaarsveld in Utrecht tot de voormalige gemeentegrens van Maarssen/Breukelen bij partycentrum De Olifant.

Het boekje met de beschrijving van deze route in Maarssen is bij de Kring verkrijgbaar. Zie pagina: Verkoop artikelen.

Omschrijving van de Historische dorpswandeling

Historische dorpswandeling

Welkom in Maarssen. Met twee beschermde dorpsgezichten binnen de gemeentegrenzen, 156 panden op de rijksmonumentenlijst en tientallen panden op de gemeentelijke monumentenlijst heeft de gemeente Maarssen u, de inwoners en bezoekers met belangstelling voor monumenten, veel te bieden. Van vele soorten monumenten, kastelen, buitenplaatsen, kerken, woonhuizen, molens en straatmeubilair zijn immers voorbeelden te vinden.

Deze wandeling, die in samenwerking met de gemeente Stichtse Vecht tot stand is gekomen, geeft u in een betrekkelijk korte tijd een indruk van wat er in Maarssen op monumentengebied aanwezig is. U zult een uniek stukje Nederland ontdekken! Ook wordt aandacht besteed aan enkele beeldhouwwerken en andere belangrijke culturele zaken die u onderweg tegenkomt.

De wandelroute beperkt zich tot Maarssen-dorp waar zich de meeste monumenten bevinden. Maar ook in andere delen van de voormalige gemeente Maarssen zoals Oud-Zuilen en Tienhoven bevinden zich nog diverse interessante monumenten, die een bezoek zeker waard zijn. Wij zijn er van overtuigd dat u een boeiende en interessante wandeling gaat maken. De meeste monumenten zijn overigens in privébezit en worden bewoond. Wij vragen U de privacy van de bewoners te respecteren.

Een prettige wandeling gewenst,

Het bestuur van de Historische Kring Maarssen

Acht eeuwen bouwen in Maarssen en Maarsseveen

Voor het vroegere Sociaal Cultureel Centrum ’t Zand, Harmonieplein 4, begint deze wandeling. U ziet links en rechts van de entree twee bescheiden, door E. van de Graaf gemaakte, beeldjes. Het zijn respectievelijk een muzikant met bas en een muzikant met saxofoon. U bevindt zich op het pas rond 1990 ontstane Harmonieplein, een ontwerp van architect Pierre van der Geld, dat vernoemd is naar het verdwenen hotel-restaurant De Harmonie, dat hier vlakbij aan de Kerkweg lag.

Vanuit de entree van ’t Zand gaat u rechtsaf, langs de peuterspeelzaal en het gebouw van RTV Stichtse Vecht. In dit pand was vroeger de brandweergarage gevestigd, waarvan de eerste steen door wethouder C.E. Wolff werd gelegd op 15 oktober 1938. U gaat verder naar de hoek Kerkweg/Gaslaan. Let op de fietsers en brommers op het fietspad dat hier vlak langs het ’t Zand loopt!

Op de hoek van de Kerkweg/Gaslaan ziet u rechts de in 1932 op het terrein van de vroegere gasfabriek gebouwde gereformeerde kerk (Architect B.W. Plooy, Bouwstijl: Amsterdamse School/ Nieuwe Zakelijkheid). Bij de verbouwing van de kerk in 1969 werden het in- en exterieur van de kerk tamelijk ingrijpend gewijzigd. De oorspronkelijke ingangspartij is toen door een forse aanbouw inpandig geworden, tevens werd toen het witte gebouw op de hoek van de Straatweg en de Kerkweg, het voormalig kantoor en woonhuis van de directeur van de N.V. Maarssense Gasfabriek bij het kerkcomplex getrokken. Aan uw linkerkant ziet u aan de gevel van het appartementengebouw (tweede etage, naast het balkon) nog het originele naambord van ‘De Harmonie’. Helaas is er van deze eens zo vermaarde gelegenheid, waar allerlei activiteiten ontplooid werden, weinig meer dan herinneringen, wat foto’s en dit naambord overgebleven.

Kerkweg

We vervolgen de route nu door bij de brandweergarage de Kerkweg over te steken naar het witte woonhuis met de naam ‘De Hooge Stoep’ en gaan hier naar links de Kerkweg in. Aan de linkerkant van de weg ziet u met huisnummer 14 een gebouwtje met een trapgevel. Dit is de vorige gereformeerde kerk die tegenwoordig dienst doet als rouwcentrum en daarvoor als fotostudio. Dit kerkje werd in 1892, naar de mode van die tijd, gebouwd in een neostijl. Door het toepassen van de oude Romaanse en renaissance stijlelementen lijkt het ouder dan het in werkelijkheid is.

Het volgende grote huis met de naam ‘Richmond’ op de hoek van de Raadhuisstraat en de Kerkweg is een voormalige buitenplaats. Het is een van de vele buitenhuizen in Maarssen en Maarsseveen die in de zeventiende en achttiende eeuw bewoond werden door Portugees-joodse families. Zo werd ook dit huis eerst gehuurd en later gekocht, om als zomerhuis te dienen, voor de schatrijke familie Teixeira de Mattos uit Amsterdam.

Onze weg vervolgend via de Kerkweg komen we langs een aantal mooie villa’s uit het eind van de vorige en begin deze eeuw. Zo zien we op nummer 31 het huis ‘Buitenlust’, een pand dat enige tijd in gebruik is geweest als klooster en dankzij de actieve bemoeienis van een vorige bewoner, de heer Van Seumeren, daarna op de rijksmonumentenlijst kwam.

Een volgend interessant pand is de witte villa, met de naam ‘Honk’ op hoek van de Kerkweg en de Emmaweg. De gevel van dit pand, dat bewoond werd door verschillende Maarssense huisartsen, is op meerdere plaatsen versierd met groene, geglazuurde bakstenen en de meeste bovenlichten boven de vrij grote vensters zijn voorzien van glas in lood. Allemaal stijlkenmerken die behoren bij de Jugendstil/Art Nouveau architectuur (±1895-1910).

Aan de overkant van de ‘Honk’ zien wij de Nederlands Hervormde Kerk van Maarssen. Voor de reformatie was deze kerk, die vermoedelijk ook diende als huiskapel van het kasteel van Maarssen of het Huis ter Meer, een rooms-katholieke kerk, die aan de heilige Sint Pancratius was gewijd. Het oudste gedeelte van de kerk, tevens het oudste, nog bestaande bouwwerk van Maarssen, is de Romaanse, tufstenen toren, uit de twaalfde eeuw. De gotische kerk waarvoor de eerste steen in 1519 werd gelegd door de edele en doorluchtige heer Splinter van Nijenrode heeft een fraai interieur, met o.a. een mooi Meere-orgel, een opvallende, door de Maarssense schrijnwerker Jasper van Eeten in 1725 gemaakte preekstoel, twee herenbanken en diverse rouwborden met de wapens van vele adellijke families die in de kerk zijn begraven. Naast de kerk, aan de zuidzijde, treft u nog de begraafplaats en de vroegere pastorie (nu verenigingsgebouw) aan.

Direct naast de kerk staat het pand met huisnummer 9. Boven de voordeur bevindt zich, ’s zomers door de leilinden aan het oog onttrokken, een klein gevelsteentje waarop we kunnen lezen dat I.L. (=Johannes Lucas) Mulder Ianz (Janszoon) op 3 maart 1794 de eerste steen heeft gelegd van dit gebouw. Behalve koster en voorzanger van de Hervormde Gemeente was Mulder ook schoolmeester. Het vertrek rechts van zijn voordeur werd gebruikt als klaslokaal en moest in 1822, doordat er een andere schoolmeester overleed, aan maar liefst honderd kinderen(!) ruimte bieden. Bij de restauratie van het pand en het verbreden van de Kerkweg is een deel van het pand gesloopt. De linker zijgevel is daarna nieuw opgetrokken.

Binnenweg

Vervolgens lopen we door tot de T-splitsing Kerkweg/Binnenweg/Parkweg en gaan hier rechtsaf de Binnenweg op. De Binnenweg, vroeger ook Kleiweg genoemd, behoort samen met de Kerkweg en de Breedstraat tot de oudste wegen in Maarssen. We volgen de rechterkant van de Binnenweg tot nummer 29b en passeren daarbij een aantal na- en vooroorlogse herenhuizen in fraai aangelegde tuinen. Aardig is hier, dicht bij elkaar, te zien welke bouwstijlen voor dit soort herenhuizen in de jaren 1930, 1970 en 1990 in de mode waren. Ter hoogte van nummer 29b steken we de Binnenweg over naar de vroegere overtuin van het Huis Vechtenstein, dat aan de andere zijde van de Vecht ligt. Dit opvallende, witte buitenhuis met een dak van groene pannen is het vierde huis met de naam Vechtenstein. Het in 1936 voor de dochter van Dr. Ir. A.R. van Linge, medestichter van de kininefabriek in Maarssen, gebouwde huis op de plaats van het derde Vechtenstein is ontworpen door (gemeente)architect Wymstra. Een landhuis in South Carolina (U.S.A.) heeft naar verluidt model gestaan voor zijn ontwerp. Dat op deze plaats de Binnenweg onbebouwd is gebleven, komt doordat bij de behandeling van het Bestemmingsplan Maarssen Centrum in 1985 de gemeenteraad van Maarssen besloten heeft een verzoek dienaangaande van de Historische Kring Maarssen te honoreren. Zodoende kon een eeuwenoud servituut, dat bebouwing tegenover Vechtenstein verhinderde, gecontinueerd worden en bleef voor u als maker van deze wandeling dit kleine stukje waardevolle Vechtlandschap met een prachtig uitzicht over de rivier gehandhaafd. Hierna gaat u weer terug langs de even kant van de Binnenweg naar de T-splitsing met de Kerkweg.
We passeren hierbij twee rijksmonumenten namelijk het kleine huis ‘Solitude’, huisnummer 56 en het veel grotere ‘Hazenburg’, op no: 60 (zie afbeelding). Tussen Solitude en de ingang van Hazenburg passeert u de aardige theekoepel die in de nieuwe tuinmuur is opgenomen. Op het hekwerk van het huis Hazenburg staat behalve de naam ook het jaartal 1670. Het huis is waarschijnlijk omstreeks dat jaartal gesticht door leden van de van oorsprong Franse familie d’Orville. Tussen 1742 en 1749 werd het bewoond door Maria Constantia de Haese aan wie het zijn naam te danken zou hebben.

Op de nu volgende T-splitsing, direct na de ANWB-wegwijzer, onder de verkeersspiegel, staat een hardstenen paal. Eenzelfde paal stond ook aan de andere kant van de weg op de hoek van de Kerkweg en de Parkweg. Deze twee palen behoorden ooit bij het inrijhek van de enorme buitenplaats Ter Meer. De oprit naar het huis begon hier en liep tot aan de huidige Julianaweg waar het in 1902 gesloopte huis aan de Vecht stond en vandaar door naar de Breedstraat waar de hoofdingang van het park was. Dit verklaart tegelijkertijd de voor vele inwoners van Maarssen verwarrende toestand rond de loop van de huidige Parkweg, die bij de Termeerbrug niet ophoudt, maar daar plotseling de hoek omgaat. De Parkweg loopt dus gewoon zoals hij ook vroeger al eeuwen door het park van het huis Ter Meer liep, van de Binnenweg naar de Breedstraat.

Net voorbij de volgende kruising gaan we naar de overzijde van de Parkweg. Op nummer 48 vinden we aan weerszijden van een grindpad twee gemetselde pilaartjes met de opschriften West en Hill. Wanneer we het paadje aflopen, komen we bij de ‘Westhill Kinderkapel’. Een zondagsschool voor jonge kinderen die in 1913, naar Engels voorbeeld, werd gesticht door mevrouw Marie van Voorst van Beest. De kapel werd naar een ontwerp van de Larense architect J. Rebel, in haar overtuin gebouwd, want zij bewoonde tot haar dood in 1954 een grote witte villa die aan de overkant stond langs de Vecht.

Na het passeren van de Beekweg (genoemd naar de beek die hier vroeger lag) steken we bij de oprit van de Termeerbrug via het zebrapad over naar de Julianaweg. Hoewel niet precies duidelijk waar de exacte plaats is, moet dus hier bij de Julianaweg eens het Kasteel van Maarssen en later toen dit in 1672 verwoest was, het prachtige buitenhuis Ter Meer hebben gelegen.

Wanneer men de bekende oude gravure van het huis bekijkt, komt men onder de indruk van de geweldige afmetingen die deze buitenplaats met de bijbehorende tuinen had. Tijdens de hoogtijdagen van dit buiten, waarschijnlijk het mooiste van de hele Vechtstreek, kwamen er belangrijke mensen op bezoek. Zo beschrijft Belle van Zuylen, de schrijfster die op Slot Zuylen werd geboren, het bezoek van de toenmalige Deense Koning Christiaan VII met zijn gevolg van 59 personen. Ze was familie van de Van Lockhorsten, die toen op Ter Meer woonden en ook uitgenodigd voor deze ontvangst. De koning maakte op haar weinig indruk, ze vond hem eerlijk gezegd maar een bleek, min mannetje. Na de sloop van het huis werden ook de tuinen en parken ontmanteld en met huizen bebouwd. Zo ontstonden vanaf 1905 de huidige Julianaweg, Parkweg, Emmaweg, Ter Meerweg en Beekweg. Behalve de hekpalen aan het begin van de Parkweg is er ook nog een gedeelte van de vroegere tuinmanswoning bewaard gebleven. Dit is het huis op de hoek van de Parkweg en de Julianaweg, meteen naast de brievenbus. Vooral aan de zijgevel en het dak van dit huis is nog goed te zien dat dit een ouder pand is dan de omringende huizen aan de Parkweg. Alleen de gevel aan de Parkwegzijde is er nieuw voorgezet en staat ten opzichte van de volgende panden iets voor de rooilijn. Een ander overblijfsel is mogelijk de grote, rode beuk waarlangs we nu verder onze route voortzetten. Deze boom is volgens kenners zo oud, dat het haast niet anders kan dan dat hij, in zijn jonge dagen, in het park van het Huis Ter Meer moet hebben gestaan. Onder de boom passeren we opnieuw een kunstwerk. Het is het beeld ‘Man met paard’, gemaakt door Gabriël Sterk. Hierna gaan we via de Termeerbrug naar de overzijde van de Vecht. Let op! De brug heeft alleen aan de linkerkant een voetpad. Bij het brugwachtershuisje gaan we meteen linksaf de Zandweg op en lopen verder langs de Vecht.

Zandweg

Rechts zien we nu vier grote villa’s, met de namen Aurora, Vesta, Flora en Jacoba, die in het begin van deze eeuw werden gebouwd. Volgens de overlevering zou voor de bouw van deze huizen gebruik zijn gemaakt van sloopmateriaal van Ter Meer.

Het volgende grote, witte huis is de buitenplaats ‘Huis ten Bosch’, misschien wel het mooiste en belangrijkste monument van Maarssen-dorp. Huis ten Bosch werd in 1627 eigendom van Pieter Belten, een zwager van Joan Huydecoper van Maarsseveen, die toen Goudestein en praktisch heel Maarsseveen in zijn bezit had. Het is vrijwel zeker dat Belten tussen 1627 en 1629 het tegenwoordige huis liet bouwen door Jacob van Campen, die als bouwmeester van het Amsterdamse stadhuis, het huidige Koninklijk Paleis, op de Dam beroemd is geworden. De stijl waarin het huis gebouwd is, wordt wel Hollands Classicisme genoemd. Hierbij werd terug gegrepen op bouwvormen uit de klassiek e Oudheid. Zie in dit geval bijvoorbeeld de in de voorgevel nagebootste zuilen en de driehoekige gevelbekroning (tympaan). Het oude interieur is tamelijk gaaf bewaard gebleven en zeker het met allerlei decoraties, waaronder vogels, beschilderde plafond is erg interessant. Van 1922 tot 1962 deed Huis ten Bosch dienst als gemeentehuis van Maarssen en stond er in het toen openbare park een muziektentje. Tegenwoordig wordt het net als in de zeventiende eeuw weer particulier bewoond. Grappig is het nog om te weten dat het huis een tijdje ‘Moins et Content’ of wel ‘Minder en tevreden’ heeft geheten.
Naast Huis ten Bosch ligt het Maarsseveensegrachtje, dat altijd bebouwd is geweest met vrij eenvoudige woninkjes. Vroeger was dit smalle watertje de scheepvaartroute naar het Maarsseveense achterland, waar o.a. pramen met turf, klei of hooi werden opgehaald. De vaste brug in de Zandweg waar u nu op staat, was dan ook nog lang een enkelvoudige klapbrug. Aan het eind van de bebouwing van het grachtje bevindt zich het sluishuisje. Helaas wordt het uitzicht op dit unieke, over de sluis heen gebouwde, huisje tegenwoordig door een fors uitgevallen conifeer erg bemoeilijkt. Wil men het sluishuisje en de restanten van de sluis goed bekijken, dan is dat mogelijk door om het huizenblokje heen te lopen via de Schoutenstraat en Nassaustraat en weer terug.

Langegracht

Daarna vervolgen we, vanaf het eetcafé, vanouds een herberg en uitspanning, onze wandeling langs de Langegracht. Deze gracht, vroeger gewoon getooid met de naam ‘Aan de Vecht’, is met al zijn verschillende type gevels een belangrijk onderdeel van het Maarssense Beschermde dorpsgezicht.
Er is haast geen type gevel, zoals trap-, hals-, klok- of lijstgevel of er is aan de Langegracht wel een voorbeeld van te vinden. Doordat de gevelwand de ronding van de Vechtbocht volgt, hebben we reeds vanaf het begin van de gracht, bij huisnummer 2, een schitterend uitzicht op al deze mooie gevels. Een zeer waardevol bezit, waarvan we kunnen genieten dankzij de inspanning die de eigenaren, al dan niet met geldelijke steun van de overheid, zich getroost hebben bij het restaureren van hun panden. Op de Langegracht, waarbij het in het bestek van deze wandeling niet doenlijk is elk huis afzonderlijk te bespreken, zullen we aandacht besteden aan een aantal panden, te beginnen met huisnummer 10. Een huis met een klokgevel die in 1979 is gerestaureerd. Onder het T-venster in de geveltop bevindt zich een gevelsteen. Met de tekst: “Zegent ons Godt soo schaad geen nijd en helpt Godt niet soo baat geen vlijt MDCCV”. Gevelstenen zijn in Maarssen een tamelijk zeldzaam verschijnsel en als ze er al zijn, betreft het meestal herinneringsstenen, (zoals de eerste steen) die iets melden over de bouw van het betreffende pand. Gevelstenen of uithangborden waar bijvoorbeeld het beroep van de bewoner van het pand, of de naam van het huis wordt uitgebeeld, komen we in Maarssen nauwelijks tegen. Vermoedelijk komt dit doordat Maarssen en Maarsseveen kleine dorpen waren, waar de inwoners best wisten waar de schoenmaker, smid of kruidenier woonde. In tegenstelling tot de grotere steden was een verwijzing aan de gevel daar dus beslist niet voor nodig.

Op nummer 13 vinden we een trapgeveltje waarin zich een leuke wildemanskop bevindt. Aan het aantal deuren in de voorgevel is nog te zien dat dit pand vroeger – net als vele andere aan deze gracht – meerdere woningen bevatte. Dat er soms heel stijlvol, vanwege het behoud van het waardevolle dorpsgezicht, een nieuw pand tussen de oude huizen gevoegd is, bewijst het – volgens de gevelsteen – in 1963 gebouwde huisnummer 20. Tevens bewijst dit pand, overigens samen met andere aan deze gracht, dat een aanwijzing tot Beschermd Dorpsgezicht zeker niet betekent dat er dan niets meer zou mogen veranderen. Wel is het zo dat verbouwingen of wijzigingen en eventueel zelfs sloop van panden bij de gemeente aangevraagd dienen te worden. Met de aanwijzing tot beschermd stads- of dorpsgezicht, dat in een Bestemmingsplan dient opgenomen te zijn, wordt beoogd waarborgen te scheppen voor het behoud van architectonisch en cultuurhistorisch waardevolle gebieden.

Het huis op nummer 24 met de gepleisterde lijstgevel heeft twee gevelstenen, die samen aangeven dat het pand ANNO 1686 gebouwd zou zijn. Bij huisnummer 29 valt op dat de ruiten een roedenverdeling hebben die van messing is gemaakt. Een bijzonderheid omdat er in heel Maarssen vermoedelijk geen tweede voorbeeld van dergelijke ramen meer is te vinden.

Een volgend huisnummer om even bij stil te staan is nummer 36, eerder een Chinees en nu een Grieks restaurant. We kunnen aan het aardige tegeltableau boven de voordeur, met de tekst: Confisier, Patisier, Cuisinier, zien dat hier vroeger ook al voedsel werd bereid. De heer Willms, die hier zijn zaak had, was een luxe (banket)bakker.


Tussen de nummers 37 en 39 bevindt zich, een zeer smalle doorgang tussen de Langegracht en de achterliggende terreinen, met de officiële naam Stokmanssteeg. Hoewel er prachtige verhalen de ronde doen over met stokken afgeranselde Kozakken, die zich met paard en al vastliepen in de steeg bij het achtervolgen van een paar Maarssenaren, is het feit dat er een bakker Stokman op de hoek gewoond heeft een betere verklaring voor de naam van de steeg. Vroeger waren er veel meer van deze stegen omdat de bedrijfsactiviteiten van de bewoners van de gracht veelal aan de achterzijde van de huizen plaatsvonden en ook omdat veel van de minder gefortuneerden daar woonden. Via de Stokmanssteeg kon je zo bijvoorbeeld in de, thans geheel verdwenen ‘Witte Buurt’ komen.

Het voormalige Café Ome Klaas, huisnummer 43, was al sinds 1780 een horecabedrijf. Dit is een pand dat mede vanwege zijn cultuurhistorische waarde, in 1996 op de gemeentelijke monumentenlijst is gekomen. In de bovenzaal werden vroeger, toen Maarssen nauwelijks andere zalen had, o.a. concerten van de Maarssense fanfare, toneel- en cabaretvoorstellingen gegeven. Praktisch iedere oudere Maarssenaar heeft plezierige herinneringen aan deze zaal. Tegenover het café, was in het verleden de aanlegplaats van het Vechtbootje, een stoombootje dat een vaste dienst onderhield tussen Utrecht en Vreeland. Onder het balkon stond een bank voor wachtende passagiers, die aan het loket in de uitbouw aan de voorgevel hun kaartje konden kopen.
Een klein stukje verder op de Langegracht, nummer 51, vindt u het restaurant ‘De Nonnerie’, van oorsprong een buitenhuis met de naam ‘Hoornoord’ of de ‘Grote Omloop’, in 1724 gebouwd in opdracht van Aron Peixoto. Het huis waarvan de oorspronkelijke achtertuin doorliep tot de Nassaustraat (Achterstraat) en die direct grensde aan de Kaatsbaan, heeft in de loop der jaren uiteraard vele bewoners en gebruikers gehad. Het was ondermeer een klooster, met op de verdieping een eigen kapel vandaar de naam Nonnerie.

Kaatsbaan

We lopen nu verder door tot aan de klapbrug over de Vecht, in 1936 de vervanger van een dubbele houten klapbrug en vele voorgangers op exact dezelfde plaats en gaan vervolgens dan de Kaatsbaan in. Deze straat wordt al heel lang Kaatsbaan genoemd, mogelijk naar het kaatsspel dat hier vroeger gespeeld werd. Tot 1 januari 1949 toen Maarssen en Maarsseveen nog twee zelfstandige gemeenten waren, overigens wel met dezelfde burgemeester, liep de grens van de dorpen precies over het midden van de Kaatsbaan. Met de rug naar de Vecht gekeerd zag men toen Maarssen aan de rechterkant en Maarsseveen aan de linkerkant van de straat. Op de hoek van de Kaatsbaan en Herengracht, huisnummer 2, was jarenlang een bakkerij gevestigd, het aardige uitstalraam herinnert nog aan die tijd. Een uitstalraam, een voorloper van de huidige etalages, treft men dikwijls aan bij oude bakkerijen. Blijkbaar zochten bakkers al vroeg een manier om op hygiënisch verantwoorde wijze hun waren te kunnen tonen. Bij het volgende huis, nummer 4, is goed te zien hoe aan het begin van deze eeuw de oorspronkelijke woonhuizen een eenvoudige winkelpui kregen. Om onduidelijke redenen is het gietijzeren roostertje, met een romantisch figuurtje in het midden, aan de linkerkant van de gevel op zijn oude plaats blijven zitten. Ook vele andere panden op de Kaatsbaan hebben in de loop der jaren winkelpuien gekregen. Of al die verbouwingen en veranderingen ook mooie resultaten hebben opgeleverd, moet u als wandelaar door de Kaatsbaan zelf maar bepalen. Halverwege de straat vindt u rechts een kleine sigarenzaak (nummer 15), direct hiernaast was vroeger een poort die toegang gaf tot de tuin van Hoornoord en later tot de rooms-katholieke meisjesschool. Het hierop volgende blok huizen (vanaf no: 17), oorspronkelijk allemaal woonhuizen, thans winkels, werd gebouwd door aannemer H. Hageman. In de zijgevel van no: 17, (ongeveer 1 meter boven de grond, waar de pergola begint), is de gevelsteen herplaatst, die voor de laatste verbouwing van het pand nog in de voorgevel aan de Kaatsbaan zat. Met enige moeite kunnen we hier nog het volgende op lezen: “De eerste steen gelegd door D. en H. Hageman, oud 8 en 5 jaar ½ 1869, voltooit 1/5 1874, H. Hageman.” Nu deze huizen er dus meer dan honderd jaar staan, kunnen we wellicht toch wel zeggen dat Hageman beter in bouwen was dan in de Nederlandse taal.

Aan de andere kant van de straat zijn de panden 26 en 32 nog interessant. Waar nu het reisbureau is gevestigd, was vroeger een smederij. Tussen de zeer stevige, nog aanwezige, kozijnen in de voorgevel werden de paarden vastgezet om beslagen te kunnen worden.


Op no: 32 is onder het venster in de geveltop een geschilderde spreuk aangebracht, met als tekst: “Ik leg op een kalken steen Na konst van bouwen Ik wil ook wensen op gonst van Mensen Maar Godt vertrouwen Anno 1724”. Oorspronkelijk stond deze spreuk op een steentje, maar dat is bij de restauratie van de gevel helaas verloren gegaan.

Diependaalsedijk

Aan het eind van de Kaatsbaan komen we op een T-splitsing van Kaatsbaan, Nassaustraat en Diependaalsedijk. In de Nassaustraat hebben de panden, met de huisnummers 2 en 4 aardige gevels. In huisnummer 4 ontdekken we een gevelsteentje, eindelijk eens geen eerste steen, waarop ondermeer een hert valt te zien.

We gaan op dit punt linksaf de Diependaalsedijk op en volgen deze tot u aan uw rechterzijde de Jodenkerksteeg ziet. Het hoge huis op de hoek, maar ook de andere huizen aan de Jodenkerksteeg behoorden in het verleden bij de Hoogduitse Synagoge, die tot 1927 aan de Diependaalsedijk stond waar nu de woonhuizen, met de nummers 40 en 42, staan. Van deze synagoge zijn wel een paar interieurfoto’s bekend, maar van het exterieur is, ondanks ijverig speurwerk door de Historische Kring Maarssen, nimmer een afbeelding gevonden.

Na de Jodenkerksteeg blijft u de Diependaalsedijk volgen tot het inrijhek van Goudestein tegenover de Klokjeslaan. U passeert hierbij aan uw linkerkant de buitenplaats ‘Doornburgh’, wederom oorspronkelijk een zeventiende-eeuws huis. Om het goed te kunnen zien, moet u eigenlijk via de ingang een klein stukje het park inlopen. Hoewel het park geen openbaar terrein is, vinden de huidige eigenaren van Doornburgh, de Zusters Kanunnikessen van het Heilig Graf, dat zeker overdag geen bezwaar.


Doornburgh

De naam Doornburgh is waarschijnlijk afgeleid van de doornhagen die ooit door de stichters om deze buitenplaats aangeplant waren. In 1957 werd het landgoed eigendom van de zusters die aanvankelijk in het oude huis woonden. In 1965 betrokken zij een nieuw klooster dat, dichter bij de Vecht, op het terrein is gebouwd. Hoewel de bouw van dit klooster indertijd nogal omstreden was, wordt het bouwwerk tegenwoordig alom gewaardeerd en is het zelfs op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Het oude huis doet sindsdien voornamelijk dienst als conferentieoord en gastenverblijf. Het ‘nieuwe’ klooster, met de naam ‘Priorij Emmaüs’ is ontworpen door architect Jan de Jong en geldt als een gaaf voorbeeld van de zogeheten Bossche School. Het is een indrukwekkend gebouw met een passend, sober interieur, dat ontworpen werd door Dom van der Laan.

Wanneer we nu doorlopen langs de Diependaalsedijk, een van de mooiste stukken van Maarssen, ziet u aan uw rechterhand een stukje weiland dat bij de boerderij ‘Elsenburg’, Klokjeslaan 2, hoort. Ook dit weilandje, waar zomers vaak nog koeien lopen, is een onderdeel van het beschermd dorpsgezicht, omdat het zo’n belangrijk landschappelijk geheel vormt met de rij buitenplaatsen die hier tussen de Vecht en de Diependaalsedijk liggen. De in 1870 gebouwde boerderij Elsenburg heeft zijn naam te danken aan de in 1812 gesloopte buitenplaats met dezelfde naam. Dit buiten, bekend geworden door J.H. Isings schoolplaat, “Een buitenplaats aan de Vecht, ± 1740” lag tussen Doornburgh en Goudestein in.

Op de volgende T-kruising van Diependaalsedijk en Klokjeslaan staat de kleine buitenplaats Mariënhof. Bij het huis heeft een klok gestaan, die geluid werd wanneer er in Maarsseveen brand was. Aan deze klok heeft de Klokjeslaan, die eerder Maria Hoffelaan heette, zijn naam te danken. Vele jaren is het huis bewoond geweest door de schilder/graficus Willem van Leusden (1886-1974). Hij was iemand, die veel oog had voor de schilderachtige schoonheid van de omgeving en daarvan, omstreeks 1915, met zijn etspen veel heeft vastgelegd.

Vervolgens verlaat u de Diependaalsedijk en gaat u door het grote hek met het opschrift ‘Goudestein’ het openbare park in rondom het gemeentehuis van ‘ Stichtse Vecht’.


Goudestein

Goudestein is ontstaan uit een boerderij met bijbehorende gronden die in 1608 door de Amsterdamse koopman Jan Jacobszoon Bal, alias Huydecoper, werd gekocht. Zijn zoon Johan Huydecoper van Maarsseveen, schepen en burgemeester van Amsterdam en door zijn VOC-activiteiten nog rijker geworden dan zijn vader, brak de boerderij af en liet, vermoedelijk op ongeveer dezelfde plaats, een schitterende buitenplaats opbouwen. Tegelijkertijd verwierf hij zeer veel grond in de onmiddellijke omgeving van Goudestein, die hij als een soort hedendaagse projectontwikkelaar, al dan niet bebouwd met buitenhuizen weer aan de man bracht. Zijn buitenhuis werd in 1754 door nazaten vervangen door het huidige pand. Tot het jaar 1955, toen het door de gemeente Maarssen werd gekocht om vanaf 19 januari 1961, na een grondige restauratie als gemeentehuis te gaan dienen, bleef het ononderbroken in het bezit van leden van de familie Huydecoper. Tegenwoordig bevinden zich in Goudestein onder meer de raadzaal, de trouwzaal en de kamers van burgemeester en wethouders van de gemeente ‘Stichtse Vecht’, waarin de gemeente Maarssen is opgegaan. In het witte, moderne administratiegebouw naast Goudestein, ontworpen door architectenbureau Snelder uit Maastricht, zijn tegenwoordig bijna alle gemeentelijke diensten ondergebracht. Aan de noordzijde van dit gebouw zijn een tweetal interessante kunstwerken geplaatst van J. van IJzendoorn. Het mooie van de buitenplaats Goudestein is dat allerlei elementen, die bij een buiten behoren, zoals het koetshuis, de tuin, de toegangshekken, de oranjerie en zelfs het luidklokje op het dak waarmee de koetsier/tuinman naar het huis geroepen kon worden, nog aanwezig zijn. In het park van Goudestein bevindt zich een klein monumentje, een bronzen mansfiguur vervaardigd door A. Gobius, ter herinnering aan de gevallenen tijdens de oorlog 1940-45.

Aangekomen bij de achtergevel van Goudestein, getooid met het gemeentewapen, gaat u rechts langs het huis naar de aan de Vechtzijde gelegen voorgevel.

Aan uw rechterzijde vindt u in het voormalige koetshuis, ooit ook een buitenplaatsje met de naam Silversteyn het Vechtstreek Museum. Uiteraard bent u van harte welkom in het museum om kennis te nemen van de historie van Maarssen en omstreken.

Na de bezichtiging van de fraaie voorgevel, die gesierd is met een zogeheten alliantiewapen van vroegere bewoners, de familie Huydecoper-Ram en waarin op de hoeken twee herdenkingsstenen zijn aangebracht, gaat u opnieuw door een oud hek met het opschrift Goudestein naar de Vecht. U gaat na het passeren van dit hek meteen linksaf langs het vroegere jaagpad langs de Vecht, nu Zandpad geheten, terug naar het dorp.

Aan uw linkerkant passeert u een klein huisje dat over het water van een sloot is gebouwd. Dit was vroeger een schuitenhuisje, tegenwoordig in gebruik als woonhuisje, dat diende om een plezierjacht in op te bergen. In 1975 is het tijdens het toenmalige Nationale Monumentenjaar grondig gerestaureerd. Naar alle waarschijnlijkheid heeft het pandje vroeger behoord tot het eerder genoemde buiten Elsenburg.

Deze buitenplaats lag immers rechts van het schuitenhuisje op het huidige bosterrein, dat vanaf 1812 bij huize Doornburgh is gevoegd. Aan de overzijde van de Vecht ziet u van hier de aloude (Napoleontische) straatweg naar Breukelen en Amsterdam. Ook aan die kant, de westzijde van de Vecht, hebben in het verleden vele grote buitenhuizen gelegen, zoals het huis Herteveld, dat we nu vanaf het Zandpad kunnen zien liggen.

Weer wat verder zien we links het ‘beroemde’ bij Doornburgh behorende hekwerk, in Lodewijk de Veertiende-stijl, dat praktisch in elk boekje over de Vechtstreek wel wordt genoemd. Het hek is vervaardigd door een onbekende vakman, een smid die zijn werk erg goed verstond. De doorntakken, die uit de burchten (kasteeltorentjes) op de twee pijlers steken, symboliseren de naam Doornburgh.

Aan de overzijde van de Vecht zien we vervolgens een grote, witte theekoepel, nog niet zo lang geleden gebouwd op een plaats waar in het verleden ook een koepel heeft gestaan. Het bouwwerk heeft zich goed gevoegd in de bestaande situatie en is een veel gefotografeerd object.

Na het passeren van het houten afsluithek van het wandelpad komt u uit op de Herengracht. U ziet u aan de andere zijde van het water, waar de Schippersgracht begint, het huis ‘Bolenstein’ liggen. Ooit een ridderhofstad (kasteel) bewoond door ridders en thans na verloop van honderden jaren een fraaie, particulier bewoonde buitenplaats. Voorbij het huis “De Boomgaard” lopend komt u bij Raadhoven. Na een blik geworpen te hebben op de mooie, symmetrisch opgebouwde voorgevel vervolgen wij onze weg over de Herengracht .

De Herengracht is altijd een deftig stukje Maarssen geweest. In tegenstelling tot de wat eenvoudiger Langegracht hebben de meeste huizen hier in het verleden namen gekregen. Zo ligt links van Raadhoven het huis ‘De Boomgaard’ en rechts ‘De Kampertoren, anno 1714’. Maar ook zijn er nog de huizen ‘De Domstoorn, 1707’, ‘Vrede Hoop’ en ‘De Vecht’. Hoewel nog niet zo erg oud, zijn de twee waterstoepen, een mooi voorbeeld van te beschermen straatmeubilair, aan de walkant van de Herengracht toch wel leuke dingen. Ze herinneren ons aan de tijd dat het water van de Vecht, schoon was en voor velerlei doeleinden werd gebruikt.

Aan de overzijde van het water ligt de Schippersgracht, ook hieraan liggen weer veel woonhuizen. Zoals de naam van de gracht al aangeeft, woonden hier vroeger veel schippers en was er veel bedrijvigheid op de kade. Veel lading die voor Utrecht bestemd was, moest hier vanwege het verderop ondieper worden van de rivier, overgeslagen worden. Tegenwoordig bestaat de scheepvaart praktisch geheel uit rondvaartboten en allerlei plezierjachten en is een vrachtschip een bezienswaardigheid.

Aan het eind van de Herengracht komen we weer uit bij het pand met het huisnummer Kaatsbaan 2. Wanneer we nu de gevel van dit huis aan de Vechtzijde bezien, valt ons een grote gevelsteen op met het jaartal 1654 en een afbeelding van het wapen van de adellijke familie Van Zuylen. De reden waarom deze wapensteen zich hier bevindt is onduidelijk. Mogelijk is er een relatie met de brug over de Vecht, die eigendom is geweest van de familie Van Tuyll van Serooskerken, waarvan leden zowel op het Huis Ter Meer als op slot Zuylen in Oud-Zuilen hebben gewoond.

Breedstraat

U vervolgt uw route nu door rechtsaf over de brug naar de Breedstraat te wandelen. Het verdient aanbeveling, zeker wanneer het niet al te druk is met het verkeer, een moment op de brug te blijven staan om nogmaals te genieten van het mooie uitzicht over de Maarssense grachten, die u vanaf dit punt kunt bewonderen.
Na het passeren van de Kaatsbaanbrug zien we in de Breedstraat de Rooms Katholieke Kerk, ‘Het Heilig Hart’. Deze neo-gotische kerk, ontworpen door architect Alfred Tepe, werd in 1885 in gebruik genomen en verving een kleine RK-kerk, die aan de Straatweg, bij de huidige RK-begraafplaats, lag. In de 65 meter hoge toren bevindt zich een bescheiden carillon, waarvan de klokken gegoten zijn in de jaren 1948/1979. De pastorie tussen de kerk en de brug werd in 1892 gebouwd en ligt op de plaats waar lang een bierbrouwerij ‘De Eenhoorn’ was gevestigd. Tegenover de pastorie, Breedstraat no: 8-10, stichtte de zeer bekende pastoor Mgr. Alphons Ariëns, onder meer oprichter van de Katholieke vakbeweging in Nederland, het gebouw ‘Concordia’. Belangrijk doel van Ariëns, die zich zeer ergerde aan het drankgebruik in die tijd, was om in dit gebouw uitsluitend alcoholvrije drank te laten schenken. Helaas verdween de historische naam ‘Concordia’ kortgeleden achter de naam van het restaurant Zuster Francina dat thans in het pand is gevestigd.

Op de hoek van de Breedstraat en de Bolensteinsestraat staat een oud pandje met een klokgevel. Hierin was vroeger de zaak van Flip de Blauwneus waarover oudere Maarssenaren graag vertellen dat ze bij hem nog voor een cent snoep hebben gekocht. U gaat hier rechtsaf de Bolensteinsestraat in tot de bakkerswinkel, een in de jaren zeventig grondig gerestaureerd pand en daar vervolgens weer linksaf om zo, langs het moderne gebouw van de Maarssense bibliotheek, weer terug te keren op het Harmonieplein. Eventueel kunt u de Bolensteinsestraat nog even doorlopen tot het eind. U ziet dan door het toegangshek met de gemetselde ronde pilaren, gedekt door leeuwen, die wapenschilden van vroegere bewoners dragen, het huis Bolenstein liggen. De geschiedenis van dit pand gaat terug tot omstreeks 1340 toen Derck de Bole het later naar hem vernoemde huis op de oeverwal van de Vecht liet bouwen. Het was oorspronkelijk een versterkt huis, dat wil zeggen dat het verdedigbaar was als een kasteel. Bouwhistorisch onderzoek heeft aangetoond dat we ons bij het eerste Bolenstein iets moeten voorstellen als de nu nog bestaande Hamtoren in Vleuten. Na een groot aantal verbouwingen heeft het huis sedert omstreeks 1917 zijn tegenwoordige vorm. Bolenstein dat vele eigenaren had, waaronder ridders van de Duitse Orde, ambachtsheren van Maarssenbroek en industriëlen zoals de heren Wolff en De Muinck Keizer, is tussen 1942 en 1960 eigendom van de gemeente Maarssen geweest en heeft in die tijd ondermeer het distributie- en rijkspolitiekantoor gehuisvest. Vanaf 1960 is het huis weer particulier bewoond en sindsdien, langzaam maar zeker, in de oude luister hersteld.

Einde van de wandeling. Een prettige dag verder.

Literatuur

Periodiek Historische Kring Maarssen, diverse auteurs, Maarssen, 1974 tot heden.
Toestanden en gebeurtenissen uit de geschiedenis van Maarssen, Drs. D. Dekker, eerste druk, Alphen aan den Rijn, 1984.

Inventarisatie Cultuurbezit Maarssen, een monumenteninventarisatie van de gemeente Maarssen, Anita van Breugel en Marie-Thérèse van Thoor, redactie drs. R. Blijdenstein, Utrecht, 1985.

Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, onder red. van B. Olde Meierink e.a. Utrecht, 1995.
Monumenten Inventarisatie Project, Gebiedsbeschrijving Veenweidegebied, T.G. Peenstra, Utrecht, 1992.

Monumenten Inventarisatie Project (M.I.P.), Inventarisatie gemeente Maarssen, drs. R.S.F.M. Horbach en Drs. M. Laman, Utrecht, 1992.

Plaatsen aan de Vecht en Angstel, E. Munnig Schmidt en A.J.A.M. Lisman, vierde en verbeterde druk, Alphen aan den Rijn, 1997.

Colofon

Een uitgave van de VVV Maarssen in samenwerking met de gemeente Maarssen en de Historische Kring Maarssen

Tekst: de heer J.H. Sagel, juli 1998

In 2013 herzien door Ria Tijhuis

In 2013 herschreven door Arie de Zwart

Sluit

Historische dorpswandeling

Download hier de route
Omschrijving Fietsroute Steengoed
Fietsroute Steengoed

Het onderwerp “Steengoed” werd door het landelijke Comité Open Monumentendag gekozen als thema voor het jaar 1998. Men kan daarbij denken aan zaken als het gebruik van verschillende steenachtige producten in de bouw en bij de restauratie van monumenten. Maar ook aan het fabriceren van bakstenen, wand- en vloertegels en dakpannen. Wanneer men zich modern uitdrukt, gebruikt men het woord steengoed dikwijls om aan te geven dat men iets fantastisch vindt. Zo bezien is dit thema iets wat alle liefhebbers van monumenten moet aanspreken. Wij wensen u veel genoegen met deze tocht!

De steen- en pannenbakkerijen in Maarssen

Tientallen steen- en pannenbakkerijen hebben vanaf de middeleeuwen tot omstreeks 1970 een grote economische en landschappelijke betekenis gehad voor het Vechtstreekgebied tussen de stad Utrecht en het dorp Breukelen. Eerst waren de steenovens in het bezit van de landeigenaren, zoals de bisschop van Utrecht en diverse kloosterorden. Maar ook de stad Utrecht gaat al vroeg, volgens een bericht uit 1265, “in De Weide” ten noordwesten van de stad zelf bakstenen produceren. Later gaan ook andere landeigenaren, zoals de families Van Lockhorst en Van Tuyll van Serooskerken van kasteel Zuylen en de kopers en stichters van de buitenplaatsen, bijvoorbeeld de Huydecopers van Maarsseveen, er zich mee bezighouden. Veelal stelden de eigenaren mensen aan die voor hun de bedrijven runden of aan wie zij de zaak verpachtten of verkochten. Zo komen bekende familienamen uit de Vechtstreek als Voorsteegh, Plomp en Weener in de baksteen- en dakpannenbakkerijen terecht.

De fietstocht, die u vandaag gaat maken, voert u – geheel binnen de grenzen van de voormalige gemeente Maarssen – langs de zeer schaarse overblijfselen van wat eens in (Oud)-Zuilen, Maarssen en Maarsseveen een belangrijke en bloeiende tak van nijverheid was. Veelal valt er van de tientallen bedrijven, die er tussen Utrecht en Breukelen waren, niets meer waar te nemen, soms rest ons slechts een straatnaam ‘De IJsvogel’ of een eenzame boom, die vroeger het begin van een oprijlaan markeerde. Vaker is het woonhuis / kantoor, waar de eigenaren of bedrijfsvoerders van de steenbakkerijen woonden, gespaard gebleven. Soms is er ook nog wel iets van de vroegere arbeiderswoningen terug te vinden. Ook kan men op een enkele plaats, bijvoorbeeld bij de boerderij ‘Oostwaard’ nog zien waar de grondstof voor deze industrie, de vette rivierklei, werd weggegraven en wat dit voor gevolgen had voor het Vechtlandschap. Dat er in de Utrechtse Vechtstreek zoveel steenbakkerijen ontstonden, heeft diverse redenen. Er ontstond in de middeleeuwen in de Nederlandse steden, vanwege het brandgevaar dat de grote aantallen houten huizen opleverden, een grote behoefte aan harde bouwmaterialen zoals stenen en dakpannen. Tevens wilde men in die tijd sterkere, soms beter verdedigbare, huizen, kloosters en kastelen bouwen. Aangezien in onze streken geen natuurlijke producten aanwezig zijn die hierin konden voorzien of op z’n minst over grote afstanden, bijvoorbeeld uit Duitsland of België, aangevoerd moesten worden, kwam men ertoe zelf stenen te gaan bakken. Eerst op bescheiden schaal met heel veel handenarbeid en eenvoudige veldovens. Later – toen de stoommachine opkwam – steeds meer fabrieksmatig in kolossale, gemetselde (ring)ovens met meerdere vuurmonden en een productie van tienduizenden stenen per keer dat de oven werd gestookt. Verder waren natuurlijk de aanwezigheid van grote hoeveelheden klei langs de Vechtoevers, de belangrijkste grondstof voor de steenfabricage en de in Oud- en Nieuw Maarsseveen en Tienhoven te vinden turf als brandstof van groot belang. Maar ook de simpele mogelijkheid om de rivier de Vecht als de belangrijkste transportweg voor de enorme hoeveelheden klei en turf – behalve uit het Utrechtse werd ook veel hoogveen vanuit Friesland en Groningen aangevoerd – naar de steenovens te vervoeren en anderzijds de gebakken producten naar hun plaats van bestemming te kunnen brengen, is van doorslaggevende betekenis geweest voor de bloei van de steenindustrie in de Vechtstreek. Omstreeks 1970 kwam er met de sluiting van de laatste panovens ‘Zonlust’ en ‘Voorzorg’ in Oud Zuilen een eind aan deze bedrijfstak, die de Vechtstreek veel werk, bedrijvigheid en welvaart had gebracht. Voordat de stenen, tegels (tichel) en (dak)pannen in de ovens gebakken konden worden, moesten zij uit de vochtige klei in steenvormen worden gemodelleerd. deze steenvormen waren een paar jaar terug als opbergplaats voor snuisterijen zeer in de mode. Pas nadat de klei in de open lucht, wat niet te snel en niet te langzaam mocht gebeuren, in de bakvormen gedroogd was en de nog niet gebakken stenen (de vormelingen) uit de vormen waren gehaald, kon de oven gevuld worden. De steenovens moesten met kruiwagens en de hand gevuld en leeggehaald worden en tot ver in de vorige eeuw was ook het vormen van de stenen handwerk. Vanwege het Nederlandse klimaat waren dit allemaal werkzaamheden die alleen in de zomermaanden uitgevoerd konden worden. Maar bij grote regenval moest het werk wel worden stilgelegd en de nog niet gebakken stenen, zonodig ook op zondag, met rietmatten worden afgedekt.

Bij de genoemde, zware werkzaamheden werden de arbeiders, mannen, vrouwen en kinderen, dikwijls aan grote warmte en kou blootgesteld. Voor weinig geld werkte men van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Zo verdiende in 1863 een werkman op een steenbakkerij een weekloon van Fl 3,60 maar daar wordt dan wel bij vermeld dat er veel stukloon werd betaald, waardoor de verdiensten, zeker ’s winters wanneer de productie stillag, nagenoeg wegvielen. Vrouwen verdienden vaak maar de helft of minder dan de mannen, omdat zij de mannen behulpzaam waren! Zoals eerder hiervoor gesteld, is er van dit alles in ons huidige Maarssen weinig terug te vinden. Gelukkig wordt de naam vechtformaat nog steeds gebruikt voor bakstenen met een dikte,tussen 40 en 44 millimeter. Het veel meer voorkomende waalformaat heeft een dikte tussen 52 en 56 millimeter. Verder zijn deze formaten hetzelfde.

FIETSROUTE STEENGOED

Een fietsroute door Maarssen langs diverse monumenten en plaatsen waar (soms) nog iets te zien valt van de activiteiten van de verdwenen steen- en pannenbakkerijen

Het startpunt van de fietsroute is bij het gemeentehuis Goudestein aan de Diependaalsedijk.

1 Gemeentehuis Goudestein

Diependaalsedijk 19, Maarssen.

Is nu gemeentehuis van de gemeente Stichtse Vecht, daarvoor buitenplaats van de familie Huydecoper van Maarsseveen. Het huidige Goudestein werd in 1754 gebouwd op de plaats van een ruim honderd jaar ouder huis met dezelfde naam. De Huydecopers, een steenrijke familie van Amsterdamse kooplieden en burgemeesters, hebben zich ook beziggehouden met de handel en fabricage van bakstenen.

2 Vechtstreek Museum en Oranjerie

Diependaalsedijk 19 B, Maarssen.

In Silverstein, onder meer het voormalige koetshuis van Goudestein, vindt u de eigen collectie van het Vechtstreek Museum .

Na uw bezoek aan de buitenplaats Goudestein en het Vechtstreek Museum verlaat u het terrein via de parkeerplaats voor het gemeentekantoor en de Endelhovenlaan. Daarna gaat u linksaf de Diependaalsedijk op. U volgt deze tot de T-splitsing en steekt linksaf de voorrangskruising over. Let op!

U rijdt nu verder met de rivier De Vecht aan uw linkerkant. Blijf deze weg volgen. Na het passeren van de buitenplaatsen Geesberge, Leeuwenburgh en Gansenhoef komt u bij Gansenhoeck.

3 Theekoepel bij Gansenhoeck

Zandpad 31, Maarssen.

In 1997 verplaatste en gerestaureerde gietijzeren theekoepel. Deze zeer zeldzame koepel is in 1861 vervaardigd door de Deventer firma Nehring Bögel en stond oorspronkelijk aan de Vecht bij het buitenhuis Vecht en Dijk aan de Straatweg in Maarssen.

Uw weg vervolgend bereikt u het Huis Cromwijck, dat helaas niet kan worden bezichtigd.

4 Huis Cromwijck

Zandpad 42, Maarssen.

Buitenplaats uit de zeventiende eeuw. Zeker zo’n driehonderd jaar (van ca.1610 tot 1920) werden op het terrein van dit huis bakstenen gebakken. Op de afbeelding een prent van P.J. Lutgers uit 1857.

Ten noorden van het huis bevinden zich nog enkele bij de oven behorende arbeiderswoningen. Na de steenbakkerij waren in het huis en op het omliggende terrein een kwekerij en fabrieken gevestigd. De huidige eigenaar/bewoner heeft Cromwijck schitterend gerestaureerd en er o.a. voor gezorgd dat het, door een brand in 1934, verloren gegane dak weer terugkwam. Hiervoor zijn ruim 1500 antieke, zogeheten Oud Hollandse, dakpannen gebruikt.

Fiets langs De Vecht door naar Breukelen en ga daar via de klapbrug De Vecht over, om weer richting Maarssen terug te fietsen. Op deze route passeert u de kastelen Oudaan, Gunterstein en Nijenrode. U fietst door tot de voormalige steenbakkerij Vecht en Rhijn. Een topmonument in onze gemeente Stichtse Vecht.

5 Vecht en Rhijn

Straatweg 5.

De enige plaats aan de Vecht waar nog de bijna complete opstallen van een steenbakkerij en het bijbehorende woonhuis/kantoor aanwezig zijn. Dus zeer zeldzaam en daarom erg waardevol! Tot in de tweede wereldoorlog was de oven in bedrijf. De laatste eigenaren van de steenbakkerij waren de heren Freijtag en Joncheere. Eerstgenoemde verkocht het bedrijf in 1955 aan een expeditiebedrijf dat het o.a. gebruikte voor de opslag van goederen. Sinds kort is ook de firma Schoehuys, een handel in hout- en steenproducten voor de tuin, in Vecht en Rhijn gevestigd. Zo worden hier, na vele jaren, toch weer stenen verkocht en vermelden de reclameborden dat men in STEENGOED, het thema van deze route, handelt.

Hierna fietst u verder richting Maarssen. Op het moment dat de Straatweg weer vlak langs de Vecht loopt, ziet u aan de overzijde eerst de buitenplaats Vechtoever en haar aardige theekoepel liggen en vervolgens komt u langs het gemeentehuis Goudestein, waar u nog maar kort geleden aan uw fietstocht begon. Aan u rechterkant passeert u vervolgens nog de buitens Vredehoef en Herteveld. Bij de rotonde gaat u linksaf, de Straatweg over en de Bolensteinseweg op. Bij het ingangshek van de ridderhofstad Bolenstein gaat rechtsaf de Bolensteinsestraat in naar de Breedstraat.

6 Rooms-katholieke Kerk Het Heilig Hart

Breedstraat 3. In neogotische stijl (architect Alfred Tepe) gebouwde parochiekerk van Maarssen. Verving in 1885 de rooms-katholieke kerk die gevestigd was in de voormalige buitenplaats Berensteijn aan de Straatweg bij de huidige algemene begraafplaats. In de kerk bevinden zich een historisch orgel (1836), in 1985 gerestaureerd en kruiswegstaties (1790) die uit de kerk op Beresteijn afkomstig zijn.

Voor de Kerk, slaat u linksaf en direct na de Kaatsbaanbrug gaat u rechtsaf de Langegracht op. De rivier de Vecht ligt nu rechts van u. U passeert, terwijl u door een deel van het Beschermd Dorpsgezicht van Maarssen rijdt, de monumenten “De Nonnerie” en het voormalige “Café Ome Klaas”. Bij de bocht op het eind van de gracht gaat u rechtsaf de Zandweg op. Steek vervolgens bij de Ter Meerbrug voorzichtig (!!) de drukke Huis ten Boschstraat over en blijf de Zandweg langs Vecht volgen tot de Vechtensteinlaan.

7 Goed ten Bosch

Aan de Zandweg.

Voormalige steenoven, geheel verdwenen, lag naast en achter de huizen Luxemburg en Overkerk. Tegenwoordig ingang van de Vechtensteinlaan. Tot voor enige jaren terug vond men op het terrein van deze steenoven de transportwerktuigenfabriek van Langerak & Van der Lingen, die deels gehuisvest was in de oude gebouwen van de lichtfabriek van de heer Wolff. De lichtfabriek was Maarssens eerste en enige elektriciteitscentrale en tevens fabriek van elektrotechnische materialen. Mogelijk behoorden de kleine huizen naast het huidige appartementengebouw ooit bij de steenoven.

Na Vechtenstein, het witte huis met een dak van groene, geglazuurde dakpannen, zien we links de drie appartementengebouwen en villa’s van de nieuwe wijk Zandweg-Oostwaard.

8 De IJsvogel

Met Steenoven, Panoven en Ticheloven is IJsvogel een straatnaam in de nieuwe wijk Zandweg-Oostwaard. De bedoeling hiervan is om zo de herinnering aan de grote steenbakkerij De IJsvogel, die aan de Vecht direct naast het buiten Vecht en Stijn lag, levend te houden. Vandaag de dag is van het gehele complex, waar ook De Zuilense Olieraffinaderij en op het eind het Maarssens Bouwbedrijf, in gevestigd zijn geweest, nauwelijks nog iets terug te vinden. Direct naast de opstallen van de olieraffinaderij lag een boerderij, die waarschijnlijk ook bij de buitenplaats De IJsvogel, waar de steenfabriek uit ontstond, heeft gehoord. De eenzame, kleine iepenboom aan de linkerkant van de Zandweg, net voorbij het begin van het voet/fietspad naar de nieuwe wijk, markeert de plaats waar vroeger de oprit van deze boerderij (van de familie Van Wijk) lag. Iets verder van de Vecht af, bij het kinderspeeltuintje, staat nog een oude perenboom. Deze stond voor de voorgevel van de boerderij.

Even voorbij het viaduct van de Zuilense Ring begint een grote Vechtbocht, daar ligt de nieuwe wijk Op Buuren, gebouwd vanaf 2007.

De wijk ligt aan beide oevers van de rivier. U kunt via de voet- fiets brug naar de andere oever. Het heeft zijn naam te danken aan de buitenplaats Op Buuren die hier ooit lag. De bouw van Op Buuren begon rond 2007 na het vertrek van de zwaar vervuilende industrie (ACF en voorganger(s). Men heeft zich bij de bouw van Op Buuren laten inspireren door Vechtplaatsjes als Loenen, Nieuwersluis enz. De woningen hebben ieder een eigen stijl en laten geen herhaling zien. De bouwstijl van Op Buuren wordt wel geschaard onder retro-architectuur.

Doorrijdend langs de Vecht ligt aan het eind van de Vechtbocht links van u de boerderij Oostwaard.

9 Boerderij Oostwaard

Oostwaard 9, Maarssen.

De huidige boerderij werd in 1924 herbouwd op de plaats waar in 1922 een voorganger afbrandde. Bij de nieuwbouw zijn fundamenten en muren (1 meter dik) van kloostermoppen hergebruikt. Volgens oude gegevens (uit omstreeks 1300) heeft de boerderij toebehoord aan het klooster Oudwijk in Utrecht, hetgeen een verklaring voor het oude metselwerk zou kunnen zijn. De kloosters waren meestal rijk en konden het zich veroorloven ook hun boerderij te versterken. Voor de theorie dat er ooit een kasteel Oostwaard op deze plaats is geweest, zijn eigenlijk nog geen goede bewijzen gevonden. Ten behoeve van de steenbakkerijen is, zoals nu nog goed zichtbaar is, rivierklei rondom de boerderij afgegraven. Hierdoor lijkt het net of de boerderij op een terp ligt.

Na het passeren van de boerderij Oostwaard blijven we de Vecht volgen en bereiken de bebouwing van het dorp Oud-Zuilen. Het eerste pand aan de linkerkant van de Dorpsstraat is Diedrichsteyn.

10 Huis Diedrichsteyn

Dorpsstraat 64, Oud-Zuilen.

Tegenwoordig woonhuis. Diedrichsteyn is omstreeks 1700 ontstaan uit een “loothuys”, d.w.z. een gebouw dat als loods, opslagplaats voor de ernaast gelegen ticheloven dienst deed. In 1832 lagen zowel voor als naast het huis panovens. Sinds wanneer het pand in gebruik is als woonhuis/kantoor bij de panovens is onduidelijk. Ook het buurhuis, nummer 62, behoorde bij het complex Diedrichsteyn.

We vervolgen nu onze route door de Dorpsstraat en passeren aan de rechterkant “De Blauwe Oven” en “Vecht en Dijk”.

11 De Blauwe Oven

Dorpsstraat 29, Oud-Zuilen.

Nu woonhuis, voorheen panoven “De Voorzorg”. Omstreeks 1968 werd door Wolter Weener het bedrijf stilgelegd en aan de gemeente Maarssen verkocht. Begin jaren zeventig kregen de panden van De Voorzorg en hun inrichting veel aandacht omdat toen geprobeerd is, deze laatst overgebleven panoven van Zuilen, ter herinnering aan het verleden, in stand te houden. In 1979 werden het sterk vervallen ovenhuis en de oven uiteindelijk toch afgebroken. De aanliggende woning werd grondig gerestaureerd en bleef zodoende wel gespaard. Veel bij de restauratie gebruikte bakstenen zijn afkomstig van de afgebroken oven.

12 Vecht en Dijk

Dorpsstraat 19, Oud-Zuilen.

Woonhuis met garage, voorheen koetshuis. Er is een opmerkelijk groot verschil in bouwstijl tussen het aan de Dorpsstraat en het aan de Vecht gelegen gedeelte van het huis. Dit kan vanaf de straat en het jaagpad aan de Vecht heel goed worden bekeken. De buitenplaats werd gebruikt en bewoond door diverse eigenaren van steen- en pannenbakkerijen. Waaronder de families Van Dijk en Voorsteegh. Een teruggevonden dakpan, gedateerd 1875, is waarschijnlijk hier bij Voorsteegh in Oud-Zuilen gemaakt. Behalve de naam Voorsteegh zijn op deze dakpan ook de namen van zijn werknemers ingekrast. Dit zijn: Toon de Koning, Hien de Koning, Toon Smit, Tonus Delfgou, Hien de Jager, Manus Bos, Kees Bloemendaal, Bet Smit, Ari van Doorn, Otto Delfgou, Cornelis Koning, Hannes Goede, Toon de Jager, Tomas Delfgou en Cornelis Goede.

Aan het eind van het eerste gedeelte van de Dorpsstraat slaat u bij de Plompbrug rechtsaf. U neemt daarna de tweede weg rechts, de Laan van Zuylenveld en vindt aan het einde rechts het huis “Zuylenveld”.

13 Huis Zuylenveld

Laan van Zuylenveld 54, Oud-Zuilen.

Het is een kleine buitenplaats gelegen in een parkbos. De voorgevel is aan de tuinzijde in plaats van aan de Vechtzijde waar men hem eerder zou verwachten. Het huis is vermoedelijk begin vorige eeuw gebouwd in opdracht van mr. W.G. van Nes. Veel van de opvolgende bewoners hadden als eigenaar bemoeienis met de Zuilense steen- en pannenbakkerijen zoals “Duinkerken” en “De Voorzorg”. Tijdens en na de oorlog (40-45) was er een revalidatieoord voor militairen in het pand. Ten zuiden van het huis is tot 1966 de steen- en pannenbakkerij ‘Zonlust’ in bedrijf geweest. Deze panoven, door de gemeente Maarssen aangekocht, werd ongeveer tien jaar daarna afgebroken om plaats te maken voor de huidige woningen.

Hierna fietst u terug naar de brug over de Vecht en slaat daar weer rechtsaf. Vrijwel direct links ziet u eerst de oprijlaan tot Slot Zuylen en daarna het voormalige NH-kerkje.

14 Op de Plompbrug

Halverwege de rit. Een goed moment om op de Plompbrug even stil te staan. Stil te staan bij de aanblik van dorp en rivier. Het lijkt een oud, al lang bestaand gezicht. Het beeld van een rustig, kalm bestaan in een landelijk-agrarisch gebied, een idylle. Een bedrieglijk beeld! We hebben “Diedrichstein” al gezien, dat lag tussen twee panovens; daarnaast de tichelarij “De Blauwe Oven” en vervolgens “Vecht en Dijk”. Hier bij de brug staat nu nog de Koningin Emmaschool, de laatste lessen zijn er in juni 1998. gegeven. Op deze plaats stond ruim twee eeuwen een grote panoven. Verderop, waar de nieuwe huizen staan, was de ticheloven “Zonlust”, pal tegen de buitenplaats Zuylenveld aan. Dit buiten was weer vaak verbonden met “Duinkerken”, eerst een tichelwerk en later een steenplaats. Op een heel kleine oppervlakte maar liefst zeven bedrijven!

Keren we ons vervolgens om en kijken we richting Utrecht, dan lijkt het gebied met het kerkje, rechthuis en kasteel en daar tegenover het weiland en de boomgaard helemaal ouderwets romantisch. Maar ook dat was in vroeger tijden wel anders. Immers, daar waar de Vecht een bocht naar links maakt, lag op de oostelijke Vechtoever de “Zuilense Steenoven”, in de 17e en de 18e eeuw de steenoven van het kasteel Zuylen. Daar waar op de westelijke oever de bebouwing aan de Daalseweg begint, lag de buurtschap Vijfhuizen op Swesereng, de oude naam van Zuilen, met twee buitenplaatsen Geitenstein en Vijfhuizen, met daarnaast een tichelwerk. Verder naar het zuiden kwam dan “Daalwijk”, in de 17e eeuw opgezet als tichel- en steenoven bij een boerderij/buitenplaats. Sinds kort is in het nog bestaande huis een horecagelegenheid gevestigd, met de mogelijkheid om huwelijken te sluiten. En dan nog iets verder Utrechtwaarts lag de grote steenoven “Den Daal”. Het agrarisch aspect is dus alleen maar de buitenkant; kern van de vroegere maatschappij zijn een paar buitenplaatsen en een stel bedrijven, pan- en steenovens. Het geheel natuurlijk beheerst door het kasteel. Een wonderlijke menging van bedrijvigheid, waarbij de roetwolken van de met turf gestookte ovens doordringen tot in de lusthoven der rijken, waar men geniet van het makkelijke buitenleven. En temidden van de genoemde huizen en gebouwen lagen de huisjes van de kleermakers, schoenmakers; de kroegjes en kroegen en de krotten van de arbeiders. De arbeiders met hun k(l)eihard bestaan, hun armoede, lange werktijden, ziekten en een levensverwachting van gemiddeld ruim onder de dertig jaar.

Ook de Vecht was anders, geen lief riviertje met alleen wat pleziervaart. Er was druk verkeer op het water, het overgrote deel van het personen- en vrachtvervoer ging per schip: beurtschippers, marktschippers, trekschuiten en de turfboeren met hun schuiten op weg uit de veenderijen naar de stad. Maar er waren ook vletschuiten, die de afgevlette (afgetichelde) aarde vervoerden naar de aardkuilen, de klei-opslagplaatsen bij de ovens. En natuurlijk niet te vergeten de pleziervaartuigen, waarmee de rijken zich naar hun buitens begaven en de schrik van iedereen; de schuiten van de modderaars. Deze modderaars baggerden aarde uit de Vecht om daarmee het land “aan te maken”. Een soort combinatie van ophogen van het inklinkende land en bemesting. Ruig volk, dat er niet voor terugschrok een schip in hun vaarwater te torpederen. Ze modderden ’t liefst gemakkelijk, dus vlak onder de oevers. In de zeventiende eeuw is eens het hele stuk oever van de brug tot aan Zuilenveld de Vecht ingeschoven en iedereen wist hoe ’t kwam.

Over scheepvaart gesproken, er moest vaak – bij tekort aan wind of bij tegenwind – worden gesleept door paarden of mensen. Daar had je het jaagpad voor dat hier in Oud Zuilen nog altijd tussen de huizen aan de Dorpsstraat en de Vecht ligt.

Over het jaagpad kunt u gelukkig nog steeds, mits u uw fiets even wegzet, wandelen en genieten van het verleden.

15 Kerk Oud Zuilen

Dorpsstraat 10, Oud-Zuilen.

Type zaalkerk. Een in 1848, naar en ontwerp van architect N.J. Kamperdijk, gebouwd kerkje op de plaats waar een uit 1654 daterende kerk in 1847 was afgebrand. Maar ook lang voor 1654 was er op deze plaats al een kapel, die behoorde bij het slot Zuylen. Sinds kort wordt het kerkje beheerd en geëxploiteerd door de Stichting Adam van Lockhorst.

U fietst vervolgens weer langs de Vecht tot de Slotlaan, waar u linksaf gaat. Aan het einde hiervan weer linksaf de Groeneweg op. U heeft nu het Slot Zuylen aan uw linkerkant. Mocht u het kasteel willen bezoeken: de openingstijden staan vermeld op een bord aan het poortgebouw.

16 Slot Zuylen

Tournooiveld 1, Oud-Zuilen.

Schitterend, van oorsprong middeleeuws kasteel, deels nog door een gracht omgeven, met mooie interieurs. Bijzonder is de uit baksteen opgebouwde slangemuur (1740) naast het kasteel die dient om speciale fruitsoorten, die veel warmte nodig hebben, te kunnen kweken. De eigenaren van het kasteel waren ook eigenaar van een grote steenbakkerij op de oostelijke oever van de Vecht. Deze Zuilensche Oven, waar nu niets meer van terug te vinden is, lag tussen het kasteel en fort De Klop.

Na het kasteel blijven we de Groeneweg volgen en zien dan kort na het passeren van de eerste weg links, het Kerkhoflaantje, de entree van de Begraafplaats van (Oud)-Zuilen.

17 Begraafplaats Zuilen

Groeneweg, niet genummerd. Oud-Zuilen.

De muur en het entree-hek aan de Groeneweg alsmede de grafkelder van de familie van Tuyll van Serooskerken zijn officieel rijksmonument. Deze begraafplaats, gesticht in 1782 door baron W.R. van Tuyll van Serooskerken, was een der eerste in Nederland die buiten de bebouwde kom werd aangelegd. Op het toegangshek staat te lezen, ‘Wij leven om te sterven’. De zandlopers en doodskoppen op de hardstenen vazen, die de gemetselde hekpalen bekronen, herinneren de bezoekers aan de vergankelijkheid van het aardse bestaan.

Aan het eind van de Groeneweg, die we geheel uitfietsen, zien we links de twee poldermolens van Oud-Zuilen. Ze zijn doorgaans op zaterdag opengesteld voor bezoekers. Heeft u de bedstee van de molenaar al eens bekeken?

18 Poldermolens Zuilen

Oostwaard 3 en Nedereindsevaart 2, Oud-Zuilen. Een mooi complex met twee verschillende soorten poldermolens. De grote molen, de Westbroeker poldermolen, werd gebouwd in 1753. Het is een met riet gedekte achtkantige bovenkruier grondzeiler. De kleine, rood geschilderde molen, is een wipwatermolen uit 1853. Deze behoort bij de polder Buitenweg. Beide molens, de grootste en de kleinste van de provincie Utrecht, zijn tegenwoordig eigendom van de stichting De Utrechtse Molen en worden door vrijwillige molenaars bediend en onderhouden.

Aan het eind van de Groeneweg gaat u rechtsaf en na het aquaduct, u heeft hier de Nedereindsevaart boven uw hoofd, vrijwel direct linksaf naar de Tuinbouwweg. Blijf deze volgen tot de Maarsseveensevaart. Let goed op bij het oversteken van de Maarsseveensevaart. Het kan hier erg druk zijn en de verkeerslichten werken niet altijd! Direct na het oversteken, linksaf, het fietspad langs de Maarsseveensevaart blijven volgen. Bij de volgende drukke kruising met de Plesmanlaan, opnieuw verkeerslichten, steekt u over en vervolgt u weg via de hier gedempte Oude Maarsseveensevaart. Aan het eind van deze straat gaat u rechtsaf en vrijwel meteen weer linksaf de Nassaustraat in. Deze straat gaat over in de Diependaalsedijk. Na de kruising met de Kaatsbaan ziet u al snel links van u de tuinmuur en de entree van “Doornburgh”.

19 Doornburgh

Diependaalsedijk 17, Maarssen. Klooster.

Oorspronkelijk buitenplaats, bouwjaar omstreeks 1655, met een beroemd hekwerk aan de Vecht In dit smeedijzeren hek is o.a. de naam Doornburgh symbolisch verwerkt. Sinds 1957 is het buiten eigendom van de Priorij van de Reguliere Kanunnikessen van het Heilig Graf. Halverwege de jaren zestig verrees op het terrein van Doornburgh een nieuw, onder architectuur van Jan de Jong – in de stijl van de Bossche School – gebouwd klooster. Het aanvankelijk nogal omstreden gebouw wordt tegenwoordig vanwege zijn strenge en sobere architectuur zeer gewaardeerd en verwierf zich dan ook moeiteloos een plaats op de Gemeentelijke Monumentenlijst van Maarssen.

Na “Doornburgh” loopt deze fietsroute nog even door langs de Diependaalsedijk. Na links de Timmermanslaan te hebben gepasseerd, komt u weer uit bij het startpunt “Goudestein”.

Tenslotte..

De fietsroute “Steengoed” is een productie van het Comité Open Monumentendag Maarssen, een samenwerkingsverband van de (voormalige) Gemeente Maarssen en de Historische Kring Maarssen.

Met teksten van mw. H. Pouderoyen, dhr. J.H. Sagel en dhr.E.A.J. van der Wal.

In 2001 herzien door Benno Visschedijk

In 2013 herzien door Ria Tijhuis

In 2013 herschreven door Arie de Zwart

Sluit

Fietsroute Steengoed

Download hier de route
Omschrijving Fiets Puzzeltocht
Opgesteld ter gelegenheid van de Open Monumentendag 1998, maar ook nu nog goed te fietsen. De route is dezelfde als van de fietsroute “Steengoed”.

Na uw bezoek aan de buitenplaats Goudestein, het Vechtstreek Museum in het Koetshuis en de tentoonstellingen in en rond de Orangerie verlaat u het terrein via de parkeerplaats en de Endelhovenlaan. Daarna gaat u linksaf de Diependaalsedijk op. U volgt deze tot de T-splitsing en steekt linksaf de voorrangskruising over. Let op!!

U rijdt nu met de rivier de Vecht aan uw linkerhand. Blijf deze weg volgen. Na het passeren van de buitenplaatsen Geesberge, Leeuwenburgh en Gansenhoef komt u bij Gansenhoeck en de hier geplaatste theekoepel, die oorspronkelijk bij Vecht en Dijk stond. Uw weg vervolgend bereikt u het als tegelbakkerij gestarte Cromwijck.

U moet nu doorfietsen naar Breukelen en daar de Vecht oversteken om vervolgens via de Straatweg naar Maarssen terug te fietsen. Op een bepaald moment rechts ziet u de voormalige steenbakkerij Vecht en Rijn.

U fietst verder richting Maarssen. Aan de overzijde ziet u eerst de buitenplaats Vechtoever en haar theekoepel liggen en daarna tegenover de Algemene Begraafplaats Goudestein.

Bij de eerste rotonde steekt u linksaf slaande de Straatweg weer over. U rijdt rechtdoor de Bolensteinsestraat in. Bij het hek van ridderhofstad Bolenstein vervolgt u rechtsaf de Bolensteinsestraat en rijdt door tot aan de neogotische RK-Heilig Hart kerk.

Voor de kerk slaat u linksaf en direct over de Kaatsbaanbrug rechtsaf de Langegracht op. De rivier de Vecht heeft u nu aan uw rechterhand. U passeert de Nonnerie en Café Ome Klaas. Bij de bocht tegenover EetHuys ten Tuck gaat u rechtsaf.

Steek nu voorzichtig de drukke Huis ten Boschsstraat over!! Blijf de Vecht volgen.

Even voorbij het viaduct van de Zuilense Ring, ligt de niewe wijk Opbuuren en verder op aan uw linkerhand de boerderij Oostwaard.

U blijft de rivier volgen en fietst de bebouwing van Oud-Zuilen binnen. Het eerste pand aan uw linkerhand is Diedrichstein. Even verderop rechts vindt u De Blauwe Oven.

Aan het einde van de Dorpsstraat slaat u bij de brug rechtsaf. U neemt de tweede weg rechts, de Laan van Zuylenveld en vindt hier aan het einde rechts Zuylenveld.

Hierna fietst u terug naar de brug en slaat rechtsaf. Vrijwel direct links ziet u eerst de oprijlaan tot Slot Zuylen en daarna het voormalige NH-kerkje.

U fietst door langs de Vecht en slaat links de Slotlaan in. Aan het einde hiervan weer links.

U passeert bij het witte hek Slot Zuylen nu aan uw linkerhand. Na het Kerkhoflaantje ligt links de Begraafplaats Oud-Zuilen. De Groeneweg vervolgend slaat u bij de Molens rechtsaf. Nu het viaduct onderdoor en vrijwel direct linksaf de Tuinbouwweg op. Blijf deze volgen.

Let op!!. Bij de verkeerslichten bij de drukke kruising met de Maarsseveense Vaart steekt u deze over. U vervolgt uw weg linksaf over het fietspad langs de vrijwel gedempte vaart.

Bij de volgende drukke verkeerslichten steekt u de Plesmanlaan over en volgt door de nieuwbouw de hier geheel gedempte Maarsseveensevaart.

Aan het einde slaat u rechtsaf en volgt daarna vrijwel direct links de Nassaustraat. Deze gaat over in de Diependaalsedijk. Na de kruising met de Kaatsbaan ziet u aan uw linkerhand de tuinmuur van Doornburgh. U laat de Timmermanslaan links liggen en even verderop fietst u het hek van Goudestein weer binnen.

In het pand van het restaurant halverwege de Langegracht zat vroeger een ander bedrijf.
Was dit een:
a. confiseur
b. cuisinier
c. beide

Het laatste pand voor de Vechtensteinlaan, naast het Jodenpaaltje heet Overkerck.
Dit is gebouwd in:
a. 1161
b. 1661
c. 1616

Nu ziet u tegenover de overtuin een huis met mooie groene dakpannen.
Dit huis heet:
a. Vechtenstein
b. Vechtestein
c. Vechtenstijn

Even voor het viaduct van de rondweg is aan de overkant van de Vecht een huis te zien. Een gedeelte van de beschoeiing is vernieuwd. Hier stond vroeger een theekoepel.
Deze staat nu bij:
a. Leeuwenburg
b. Gansenhoef
c. Gansenhoeck

De boerderij Oostwaard ligt op een heuveltje. Deze is ontstaan door:
a. natuurlijke terp
b. afgraven van het omringende land
c. opgehoogd vanwege hoog water

Het huis De Blauwe Oven was vroeger een pannenbakkerij. Een paar van deze blauwe pannen zijn boven de voordeur bevestigd.
Zijn dit er:
a. twee
b. drie
c. vier

Slot Zuylen bezit een zogenaamde slangenmuur. Deze muur houdt de warmte vast, zodat er tropische gewassen tegenaan geteeld kunnen worden.
Hoeveel bochten heeft deze muur:
a. 19
b. 24
c. 25

Op de Begraafplaats Oud-Zuilen is behalve de familie van Slot Zuylen ook een ander beroemd persoon begraven. Was deze:
a. burgemeester van Maarssen
b. priester
c. hoogleraar

De Zuilense molens zijn de grote Westbroeker Poldermolen en de kleine PoldermolenBuitenweg. Ze zijn nog regelmatig in gebruik.
De kleinste molen is een:
a. achtkante grondzeiler
b. torenmolen
c. wipwatermolen

Sluit

Fiets Puzzeltocht

Download hier de route

© 2024 Historische Kring Maarssen

Website door Studio2